Het Vlaams en het Nederlands drijven uit elkaar. Althans: dat vreest men. Nu de Vlamingen steeds meer Tussentaal bezigen, en de Nederlanders zich aan hun noordse standaarden blijven houden, voelen omroepen zich genoodzaakt d'ander heur variëteit te ondertitelen. Kennelijk kunnen we elkaar niet meer verstaan. Stiekem valt dat reuze mee. Nederlanders: jullie kunnen daar zelf achterkomen door de Belgische variant van Wie is de Mol? te kijken (het heet daar 'De Mol' en je vindt hier alle afleveringen van het afgelopen -fantastische- seizoen). Je zult zien: perfect verstaanbaar. Genieten is het ook, want de interessante taalverschillen waarvan je niet wist dat ze bestonden vliegen je om de oren. Graag jullie aandacht voor een fenomeen waar taalkundigen warm van worden: subjectreduplicatie.
Wat-wat-wat? Oke, even een stukje jargonvertaling: subject betekent onderwerp, reduplicatie is verdubbeling. Wat er dus in sommige Vlaamdse dialecten gebeurt is dat er niet 1 onderwerp in de zin staat, maar dat dat onderwerp wordt herhaald ná het werkwoord. In het West-Vlaams kun je bijvoorbeeld zeggen Je kiekt gie nor e foto, letterlijk vertaald: 'Je kijkt jij naar een foto' (zoals je ziet kan de 'verdubbeling' er net wat anders uitzien dan het eerste onderwerp). Soms staan de onderwerpen direct tegen mekaar aan: Ik weet da'k-ik ... (oftewel 'Ik weet dat ik-ik ...).
In onderstaand filmpje kun je het zelf horen, bijvoorbeeld vanaf ongeveer 2:00 'kenik niet gezeid datn da moeste doen'. 'Kenik' is een samentrekking van 'Ik en heb ik' ('en' betekent 'niet'), dus het hele zinnetje betekent: 'Ik heb ik niet gezegd dat je dat moest doen?'
Taalkundigen hebben al flink wat gepubliceerd over het fenomeen. In dit artikel vind je nog meer mooie voorbeelden: Ze gaat zij morgen naar Gent, Da-ge-gij naar huis moet komen, etc. Onderwerpsverdubbeling blijkt voor te komen in West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams Brabant, en naar het schijnt ook in Nederland, in Zeeuws-Vlaanderen en Noord-Brabant.
Hoezo?
De grote vraag (althans de mijne) is nu natuurlijk: waarom waarom waarom? Ik heb een fascinatie voor de schijnbaar zinloze onderdelen in ons taalgebruik, en dit is me een knoeperd. Het is toch voldoende om 1x het subject te noemen, waarom zou je het twee keer doen, of zelfs 3x zoals in 'Ik heb k-ik niks gezien'?
In bovengenoemd artikel wordt een theorie geponeerd over de functie, namelijk dat het tweede onderwerp nodig is ter versterking van het eerste. Woorden, vooral woorden die je vaak gebruikt, hebben de neiging af te slijten, net als kleding. Hun vorm wordt dan steeds korter ('ik' wordt 'k'), de klinker wordt een sjwa ('gij' wordt 'ge'), en het woordje kan geen klemtoon meer dragen. Hiermee samenhangend wordt ook de betekenis zwakker - een k'tje is bijvoorbeeld nauwelijks meer genoeg om zelfstandig naar 'ik' te verwijzen. Het zwakke woordje heeft daarom ondersteuning nodig van een sterke variant van hetzelfde woord, et voilá: verdubbeling.
De trouwe lezer met een goed geheugen heeft misschien een parallel proces herkend: dubbele ontkenning (zie hier), en misschien zelfs 'kost duur'. Bij die dubbele ontkenningen is het een ontkenningswoord (zoals 'niet') dat afslijt. Zo gebruikten wij Nederlanders vroeger ook het woordje 'en' om 'niet' te zeggen (zoals in sommige Vlaamse dialecten nog steeds gebeurt). Maar dat woordje werd zo zwak, dat we de hulp van 'niet' inriepen. 'En' en 'niet' vormden samen de ontkenning, zoals 'ne' en 'pas' in het Frans, en zoals 'k' en 'ik' samen een volwaardig onderwerp zijn. In het geval van de Nederlandse dubbele ontkenning is 'en' verdwenen - misschien gebeurt dat met dat zwakke onderwerpje in het Vlaams ook wel? Vlamingen, is dat zo?
Of en niet
Deze verdubbeling-ter-versterking is niet de enige theorie - volgens Gunther de Vogelaer en zijn collega Neuckermans bijvoorbeeld, heeft het niks met slijtage te maken, maar met de vraag of het verdubbelde onderwerp leeft of dood is (spelen jullie mee met .... Mens of Ding!). Kan ook, ga ik me niet in mengen. Wel ga ik nog heel veel Vlaamse tv kijken, en me verlustigen aan de spectaculaire taalverschillen. Dat het Vlaams en het Neder-Nederlands nog maar heel lang onderling verschillend en verstaanbaar mogen blijven!
is die dubbele ontkenning niet nog sterker in het Zuid-Afrikaans? moe nie aankoom nie?
BeantwoordenVerwijderenOver verdubbeling gesproken: is het word duplicatie niet genoeg?
Doet me denken aan een vroegere wiskunde leraar: als iemand in de klas vroeg of hij iets "nog eens kon herhalen" zei hij: ik heb het nog niet eerder herhaald, hoor - Taal en wiskunde, misschien leuk voor Milfje om nog eens als zodanig te behandelen.
Het Afrikaans heeft inderdaad ook die dubbele ontkenning. Het is geen zeldzaam verschijnsel; veel talen hebben het in een of andere vorm (gehad).
VerwijderenDat onderwerp kan inderdaad haast helemaal opgaan in de vervoeging van het werkwoord. "Weet ge" wordt dan "wete", "hebt ge" wordt "hedde". Dat is al heel oud, overigens, in de Reinaert kom je zulke samentrekkingen al tegen ("sidi in huus?" < "zijt gij thuis"). Als er enige nadruk nodig is wordt het onaangetaste voornaamwoord dan herhaald: "wete gij da?"
BeantwoordenVerwijderenDit verschijnsel doet wel wat denken aan de situatie in het Frans, waar de voornaamwoorden ook met het werkwoord kunnen versmelten. "J'arrive" wordt uitgesproken als één woord. Bij nadruk zet je daar dan "moi" voor. Er is dus een verplicht voornaamwoord dat met het werkwoord versmolten is, en een facultatief voornaamwoord dat je kunt inzetten bij nadruk. In het "Vlaams" lijkt 't me in veel gevallen ook een zaak van ritme, waarbij de benadrukte voornaamwoorden steeds een aanloopje krijgen in de vorm van een verkort voornaamwoord (zoals zelfstandige naamwoorden een lidwoord krijgen). Er zijn wel meer van die schijnbaar onnodige lettergrepen die mee de cadans van het zuidelijke Nederlands bepalen (die ook wel weer wat Frans aandoet).
"Dat kost duur" wordt in Vlaanderen trouwens meestal als een gallicisme opgevat ("ça coûte cher"), niet zozeer als contaminatie.