Taal:
wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften, polemieken,
ingezonden brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul
meningen. Toch zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden
dan anderen. Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal. Met
vandaag Judith Laanen,
bouwjaar 1986, freelance journalist voor o.a. nrc.nl, nrc.next en NRC
Handelsblad. Ze studeerde Engelse taal en cultuur en journalistiek
aan de Universiteit Leiden. Momenteel maakt ze ook video-interviews
met bands voor het Haagse creatief agentschap Rockstone Sessions.
1.
Wat betekent taal voor jou?
Taal
is communicatie en taal is een spelletje. Zeker in het Engels, dat
zijn de koningen van de woordgrappen (puns). Ik kan ontzettend
genieten van flauwe woordgrappen op de voorkant van Engelse tabloids.
Was dat mijn baan maar, het bedenken van die titels (als ik het kon).
2.
Wat vind je van spellingsregels?
Heel goed dat ze er zijn, dan is er houvast voor de taal. Stel je voor dat iedereen hetzelfde woord anders zou spellen, dan zou je toch knettergek worden? Moet je alles fonetisch gaan voorlezen, dat duurt eeuwen voor je dan eindelijk achter de boodschap bent.
3.
Erger je je aan het taalgebruik van mensen?
Enorm.
Steeds vaker vlechten mensen woorden in hun zinnen waarvan ik denk:
waarom doe je zoiets? Een voorbeeld: van die tussenwoordjes zoals
‘soort van’, of ‘zeg maar’. Daarmee ontkracht je wat je
eigenlijk wil zeggen. ‘Hoi, mag ik een soort van bruin brood?’
Wit dan? Wat bedóél je in godesnaam? Of: ‘Ja hallo, hier spreekt
uw treinconducteur, het volgende station is Heerhugowaard, zeg maar.
Vergeet niet uit te checken, zeg maar.’ Alsof je nog een soort
appendix (hier kan het dus wél, oplettende lezer) aan je zin hangt,
om je zin een houding te geven. Kwalijke zaak.
4.
Iemand corrigeert een taal"fout" in een
stukje dat je hebt geschreven. Beschrijf je emotionele respons.
Als je gelijk hebt, is er niets aan de hand. Mijn Nederlands is dermate beïnvloed door het Engels dat ik soms ook anglicismen erin verwerk zonder dat ik het doorheb. Als ik vind dat je geen gelijk hebt, heb je soms toch gelijk, en heb ik dat nog steeds niet door. En dan is er nog steeds niks aan de hand. Ik leer graag van mijn fouten. Mijn vader zegt steevast: ‘Kind, lees toch meer Vestdijk.’ Daar schijn ik nog wat van te kunnen leren.
5.Schrijf
je stukjes die voor online publicatie bedoeld zijn bewust minder
formeel dan eventuele geprinte stukjes?
Met
deze vraagstelling ga je er al vanuit dat ik dat al doe, terwijl dat
niet zo is. Als het goed is heb je een eigen schrijfstijl en hou je
daaraan vast. Dat betekent niet dat ik ineens formeler ga schrijven
dan normaal. Er zijn natuurlijk manieren om bepaalde dingen mooier te
zeggen, en als je een archaïsche uitdrukking mooi kunt gebruiken,
moet je dat ook zeker doen. Wat betreft het taalgebruik op internet:
je kunt wel sneller in bepaalde terminologie vervallen en memes en de
taal die op internet leeft in je tekst verwerken. Zo heb ik wel eens
het woord ‘ermagehrd’ gebruikt in een
zin, omdat het over een bepaald onderwerp ging dat zich daar
uitstekend voor leende.
6.Wat
is je lievelingswoord?
Daar ben ik nog over in onderhandeling met mezelf. De kanshebber in het Engels is ‘cauliflower’ (bloemkool), vanwege de spelling en omdat het in de verste verte niet lijkt op de Nederlandse vertaling en op het eerste gezicht ook niets te maken lijkt te hebben met de woorden bloem en kool als je die in het Engels zou opzoeken. Behalve ‘flower’ dan, maar dat is dan meteen weer in volgorde omgekeerd. In het Nederlands heb ik er nog niet over nagedacht.
7.
Gaat het Nederlands ten onder aan het Engels?
Welnee,
doe niet zo mal. Zolang ik nog sneller hele volzinnen in het
Nederlands kan tikken dan het Engels, kan mijn moedertaal nog wel
tegen een stootje. Het is wel zo dat er in bepaalde sectoren (zoals
het bedrijfsleven waar ‘targets’ gehaald moeten worden) overmatig
veel gebruik wordt gemaakt van Engelse termen. Waarschijnlijk vanwege
interessantdoenerij, vanwege de integratie en het lange gebruik van
die termen en omdat een Nederlandse vertaling simpelweg knullig kan
klinken.
8.
Wier of wiens taalgebruik vind jij inspirerend?
Dat
van mijn vader. Hij heeft namelijk wel Vestdijk gelezen, dus zijn
woordenschat is groter. Dat zou ook kunnen komen omdat hij ouder is
en veel meer gelezen heeft. Soms gooit hij er spontaan rijmpjes uit
die geniaal zijn. Die inspireren mij tot het maken van eigen
rijmpjes, en voor je het weet zitten we de hele middag te rijmen. En
het is nog niet eens Sinterklaas.
9.
Welke taal zou je nog wel eens willen leren
en waarom?
Dat
zijn er twee: Swahili en Fins. Over Scandinavische talen gesproken [hoewel Fins geen Scandinavische taal is, maar een Uralische, MM]:
daar zijn door de Vikingen veel woorden van terecht gekomen in het
Engels. Dat viel me ook op toen ik onlangs in Noorwegen was. Ik had
nog nooit een woord Noors gesproken of gelezen, maar het is best
makkelijk. Qua spelling lijkt het ontzettend op het Nederlands,
Engels en Duits. Makkelijk te begrijpen dus. Qua uitspraak valt er
echter geen touw aan vast te knopen. Zweeds en Deens schijnen in de
buurt te liggen, maar het Fins is de echte uitdaging. Dat heeft
vijtien naamvallen, daar moet je nóg meer over nadenken dan bij
Latijn of Duits. En dat was al lastig. En Swahili omdat ik daar echt
geen flauw benul van heb hoe die taal in elkaar zit. Het woord
Swahili klinkt ook gezellig.
10.
Ken je nog een leuke woordgrap, taalgrap of taalspelletje?
Ik
kan woordgrappen enorm goed waarderen maar zelf maken, ho maar.
Alliteratie lukt nog wel aardig. Ooit verzon ik de titel: ´Kleine
Printer print kleine krant´. Dat staat heel mooi, die opeenvolging
en afronding van klanken. Ik stond onlangs bij een bandje uit
Schotland dat best aardig speelde. Toen zei een vriend van me: als je
hierover moet schrijven, schrijf je dan dat ze als een schot in de
roos speelden? Kijk, dan giechel ik wat, want het is ongelofelijk
flauw, maar wel heel goed. Daarna knijp ik mezelf omdat ik die grap
had willen bedenken.
Interesting interview, though I would like to point out one thing - Finnish is not a Scandinavian language. It is a Uralic language along with Estonian, Hungarian and some others. It's not an Indo-European language. Scandinavian languages are Norwegian, Swedish and Danish (continental Scandinavian languages), and Icelandic and Faroese (insular Scandinavian). May be a detail but as a Norwegian it does get to me :p.
BeantwoordenVerwijderenA fair point! I'm making a not of it in the interview. Just goes to show how closely geography and language are connected to many people.
Verwijderen