Ieders taal is net een beetje anders. De taal van een bepaald gebied is natuurlijk een dialect, de taal van één persoon noemen we een idiolect: dat is jouw
persoonlijke dialect. Sociale groepen hebben vaak ook een eigen
taaltje: dat heet een sociolect. Een voorbeeld van een sociolect is
het vaak aangehaalde straattaal: de taal van de jongeren.
Een ander interessant sociolect is dat
van families. Dit sociolect vindt voornamelijk plaats op het
woordniveau: iedere familie heeft wel eigen woordjes. Zo gaat bij de
familie Milfje-Yang af en toe het woord “slobberdebomskie” over
tafel. Dat woord wordt gebruikt als voorvoegsel voor een kledingstuk:
een slobberdebomskie-trui is een slobberige trui die heel oud is maar
toch heel erg lekker zit en die je daarom ver voorbij de
houdbaarheidsdatum draagt.
Participeer! Vertel ons over jullie
familiwoorden!
Bij Milfje-yin hadden we het over De Kefbrug, dat was een brug in mijn geboorteplaats met een soort holle metalen stoeprand, die een keffend geluid maakte als je erop stampte. Jaren gedacht dat die brug echt zo heette; groot was de schok toen het de Nieuwe Plantagebrug o.i.d. bleek te zijn...
BeantwoordenVerwijderen'Blurp' is bij ons aanmaaklimonade. Geen idee waarom eigenlijk.
BeantwoordenVerwijderenMijn vader heeft het altijd over pietamientjes, in plaats van vitamientjes. Soms ook als koosnaampje gebruikt: Pietje Pietamientje. Geen idee waarom, maar ik krijg er altijd wel een warm nostalgisch gevoel van.
BeantwoordenVerwijderenKoosnaampjes zijn fijn: ik werd altijd Marten-Wietsje genoemd, ook geen idee waarom, maar wel warm nostalgisch gevoel inderdaad, en vergeet de geborgenheid ook niet!
Verwijderendat is een tijdje een reclame geweest
VerwijderenEen 'verzender' voor de afstandsbediening van de tv.
BeantwoordenVerwijderenEn 'Petje Pitaminetje' is een iconische reclame voor pindakaas... (Filmpjes op youtube) Best wel schattig... Recent is het bekende ook pindakaasmerk begonnen met een reclamecampagne die daar rechtstreeks naar verwijst. Kwestie van de nostalgische gevoel optimaal te benutten!
Een onke sok! Voor mijn gevoel komt het bij mijn moeders familie vandaan (uit twente), maar google leert me dat het uit zaanstad komt (waar mijn vader vandaan komt). Ik weet het niet maar gebruik het zelf ook veel: onke sok : wanneer je maar één sok van een paar hebt.
BeantwoordenVerwijderenWat een leuk thema! Bij mij aan familiewoorden geen gebrek. De meeste woorden zijn denk ik versprekingen of verzonnen woorden van toen we klein waren. Een greep uit het assortiment:
BeantwoordenVerwijderenBoxje = gewone onderbroek (voor een vrouw). Heeft niets met een boxershort te maken.
Brokkers = cruesli.
Ook wordt 'Groepje' in plaats van 'portie' gebruikt: een groepje appelmoes.
Rubbert = naaktslak.
In mijn jeugd kwam ik geregeld bij mijn opa en oma van mijn moederskant, en dan was er altijd tante Rietje, een mongooltje.met een gehandicapte spraak. En dat betekende dat we in de familie allerlei gek-verhaspelde woorden van haar overnamen, zoals fekkie voor ventje (kleine jongen), kreetje turen voor een kleedje borduren, onderproet voor onderbroek en trutte voor welterusten. Ze is inmiddels overleden, maar de woorden worden nog steeds wel eens gebruikt of herinnerd.
BeantwoordenVerwijderenWij speelden altijd knak-worst op het schoolpleintje. Tikkertje maar als je dan bijna getikt werd, riep je Knak! en dan klapte je dubbel. En dan kon je niet getikt worden. En dan kon iemand je bevrijden door je aan te tikken en Worst! te roepen. De tikker had gewonnen als iedereen Knak! stond. Heerlijk spel! :)
BeantwoordenVerwijderenVooral woorden die in de vroege kindertijd zijn ontstaan. Ze zijn inmiddels 8 en 10, dus langzaam verdwijnt het 1 en ander, maar sommige blijven er in:
BeantwoordenVerwijderenAsjlor: olifant, ontstaan toen de kinderen net leerden praten en ze gebruikten het allebei. Etymologie onduidelijk.
Afwijken: (stoel) aanschuiven. In onbruik geraakt nu ze zelf hun stoel aan kunnen schuiven.
Estaurant: restaurant. Duidelijk en we gebruiken het nog steeds.
Strond: uit grond en straat. Om voor de hand liggende redenen in onbruik geraakt.
Aangebruikswijzing: onze dochter van 8 vindt het nog steeds onbegrijpelijk dat de rest van de wereld gebruiksaanwijzing zegt; 'je wijst toch iets áán??'
Schind: van scheet en wind, inmiddels verdrongen door thermiekbel of rotje.
Pakot, voor kapot en in dezelfde categorie kakstop voor kapstop (nee, hier was geen opzet in het spel).
Een gevleugelde uitdrukking is ook nog: ik heb een patat vol met buik voor 'ik heb genoeg'.
De kinderen gebruiken overigens ook 'joun' voor 'jouw', maar ik het gevoel dat de hele school dat doet. En het is natuurlijk ook volkomen logische taal.
Erg leuk, 'joun' zeiden wij vroeger ook, maar ik had dat nog nooit van iemand anders gehoord.
BeantwoordenVerwijderenUit grootmoeders tijd en nog steeds favoriet: 'soms' bijvoeglijk gebruikt, 'somse keren' bijv. of 'somse mensen'. En de huichelin voor de vrouwelijke huichelaar.