Translate Milfy!

woensdag 12 februari 2014

Afkortingen en hun gender

Iedereen mag meedoen in de samenleving van Milfje, dus tijd voor een democratisch momentje! Wat zeg jij:

De AOW / het AOW
De INL / het INL
De RIAGG / het RIAGG
De S.O. / het S.O. 

Als spreekster van het Nederlands voel je van de meeste woorden aan of het ‘de’ of ‘het’ moet wezen. Maar hoe doe je dat eigenlijk? En gaat dat bij afko’s anders dan bij hele woorden?


Om maar met de antwoordelijke deur in huis te vallen: het gaat niet precies hetzelfde bij afko's en hele wo's. Of een gewoon zelfstandig naamwoord ‘de’ of ‘het’ krijgt, is in het Nederlands in veel gevallen arbitrair: je kunt niet van de vorm of betekenis van het woord afleiden wat het wezen moet. In sommige gevallen wel hoor; verkleinwoorden zijn altijd ‘het’, woorden die mensen betekenen zijn meestal ‘de’ (tenzij het verkleinwoorden zijn, zie: het meisje). Taalkundigen die een regel proberen te bedenken om toch tot het goede lidwoord te komen, gaan meestal uit van ‘default DE’, oftewel: je moet aannemen dat het een de-woord is, tenzij er reden is om anders te denken (bijv. verkleinwoord-alarm), dan gebruik je ‘het’. Dat werkt aardig, in combinatie met wat andere regels tenminste. Kinderen gebruiken het ook: als ze het niet weten gokken ze 'de', waardoor ze wel DE-waar-het-HET-had-moeten-zijn-fouten maken, maar nooit HET-waar-het-DE-moest-zijn-fouten.

Waar de default-DE-regel ook goed werkt, is bij nieuwe woorden van vreemde origine. Ga maar na: vrijwel alle Engelse leenwoorden krijgen 'de'. De selfie, de unit, ga zo maar door. Maar er zijn uitzonderingen: het internet, het paper (al verschillen hierover de meningen – wat zeg jij?). Meestal wordt aangenomen dat die woorden toch ‘het’ krijgen, omdat ze doen denken (in vorm of betekenis) aan een Nederlands woord dat ‘het’ krijgt: resp. ‘het net’ en ‘het papier’ of 'het werkstuk'.

(Even een tripje naar het buitenland. In het Swahili hebben zelfstandig naamwoorden ook een geslacht, dat uitgedrukt wordt door voorvoegsels, bijv. ma- voor mensen en ki- voor kleine dingen. Toen Engelse kolonialisten het fenomeen rotonde inbrachten, werd daar het woord ‘ki-pilefti’ voor gevonden – een woord uit de kleinedingenklasse dus, terwijl rotondes best grote dingen zijn. Wat er gebeurd is, is dat de Engelse frase ‘keep left’ als zelfstandig naamwoord geïnterpreteerd is, en hee, blijkbaar heeft het dat voorvoegsel. Vergelijkbaar met wat ‘het internet’ is gebeurd dus!)

Bij afkortingen wordt in principe het lidwoord gebruikt dat hoort bij het ‘hoofd’ van de hele unit. Dus ‘Algemene Ouderenwet’ is ‘de’, want ‘de wet’ . Het hoofd kan zowel rechts als links zitten: het INL, want 'het Instituut voor Nederlandse Lexicologie'. De MILF, want 'de mother + bijzin': u hebt het punt. Maar er ontstaan problemen wanneer de afkorting niet transparant is. Waar staat RIAGG bijvoorbeeld voor? Hier ontstaat variatie: mensen die de volledige versie (Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg) kennen, kiezen voor ‘de’, want ‘de instelling’. En mensen die ‘m niet kennen… wat doen die? Je zou zeggen: die gaan voor default-DE. Maar dat doen ze niet! Ik zeg persoonlijk ‘het RIAGG’. Zoals ik op school vroegah ‘het SO’ zei, zelfs als wist ik dondersgoed dat het ‘de schriftelijke overhoring’ is. Het FNV, maar de Federatie Nederlandse Vakverenigingen. Wat gebeurt hier??

De Taaladviesdienst constateert ook een probleem: ze gebruikt zelfs het woord kennelijk... We weten werkelijk niet waarom de hierboven beschreven afko's zo worden belidwoord. Blijkbaar (kennelijk) hebben mensen die afkortingen anders bekeken. Nu heeft Milfje niet de waarheid in pacht (in ieder geval niet de hele), dus: taalkundigen, hoe zit dit? Wij kunnen ons voorstellen dat onderzoek als volgt zou kunnen plaatsvinden/heeft plaatsgevonden:

-      indexeer alle afwijkende gevallen
-      kijk of er historische ontwikkelingen zijn (bv. eerst de en later pas het RIAGG)
-      zijn de gevallen te categoriseren?


Heel interessant: wij bieden ons aan om er een artikel over te schrijven met jij/u. Doen? Mail ons op milfjemeulskens@gmail.com, en samen maken we de wereld beter!

8 opmerkingen:

  1. Een documentje dat ik aan anderstaligen geef die Nederlands leren, bij wijze van (magere) houvast.
    DE
    Personen en beroepen
    de man, de vrouw, de technicus, de verpleegster
    UITZ: het meisje, het lid, het kind
    De seizoenen:
    de lente, de zomer, de herfst, de winter
    Woorden op –ing, -heid, -teit, -theek, -nis, -tuur, -iek, -sis
    de oefening, de schoonheid, de universiteit, de discotheek, de kennis, de cultuur, de muziek, de basis
    UITZ: het avontuur
    Woorden op –ie, -ij
    de reactie, de partij
    UITZ het ministerie, het seminarie
    Woorden op –de, -te, -st
    de aarde, de hoogte, de kunst

    HET
    Verkleinwoorden
    het kopje, het bloempje
    Materialen
    het goud, het hout, het glas
    De windstreken
    het noorden, het zuidwesten
    Woorden op –aal, -eel, -isme, -ment, -um
    het kanaal, het geheel, het optimisme, het moment, het museum
    UITZ: de datum
    Woorden op –sel
    het voedsel
    Woorden die beginnen met be-, ge-, ver-, ont- EN die uit twee lettergrepen bestaan
    het begin, het gevaar, het verhaal, het onthaal
    (<-> de vergeetput)
    UITZ: de verkoop

    Voor afkortingen is dit uiteraard alleen nuttig als je weet waar die afkorting voor staat.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor het delen Miet, prachtig dit! Het blijft wonderlijk dat moedertaalsprekers van het Nederlands, of ze nou goed of slecht onderwijs hebben genoten, dit allemaal automatisch leren. Hoe kan zo'n gek systeem toch functioneren?

      Overigens ben ik het ook eens met wat je op feestboek zegt, dat zowel afko's als doorsnee woorden soms de én het kunnen krijgen. Ook dát fascineert me, dat Nederlands-sprekers ook precies lijken te weten wanneer beide lidwoorden kunnen.

      Verwijderen
  2. Ik ben geen taalkundige, maar wat bedoel je met gender (geslacht) in de titel van je blog? Wat heeft dat te maken met de- en het-woorden? Ik maak al jaren geen enkel onderscheid tussen mannelijke of vrouwelijke woorden, er zijn voor mij enkel de- en het-woorden. En hoe dat bepaald wordt weet ik niet, ik heb de- en het-woorden zo geleerd en dat lijkt mij inderdaad vrij toevallig. Wel dat alle verkleinwoorden het-woorden zijn. En er zijn naast de afkortingen ook nog een trits gewone woorden waarbij mensen zowel de of het gebruiken. De/het zout, de/het wc, de/het sprei, de/het matras en nog een aantal. Waarom de een dan de en de ander het zegt is denk ik puur persoonlijk en toevallig.




    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Dirk-Jan,

      Oeh, goed dat je het zegt! Grammatical gender, oftewel grammaticaal geslacht, is de term in de taalkunde voor klassen van naamwoorden, of die nou gebaseerd zijn op mannelijk/vrouwelijk of niet. Dus: het Duits heeft drie geslachten of genders (mnl/vrl/onzijdig, respectievelijk der/die/das), het Nederlands heeft er twee ('common' oftewel mnl+vrl, en onzijdig, resp. de en het). Ik had me even niet gerealiseerd dat je als niet-taalkundige bij gender waarschijnlijk meteen aan man/vrouw denkt.
      Inderdaad, voor mij zijn er ook alleen de- en het-woorden, het Nederlands heeft het mnl/vrl-onderscheid verloren (behalve in persoonlijke voornaamwoorden trouwens).

      Miet wees er ook al op dat er gewone zelfstandig naamwoorden zijn waarbij zowel de en het correct zijn, of waar in ieder geval variatie is in wat mensen gebruiken. Wat ik zo fascinerend vind is dat Nederlands-sprekers het er zo over eens zijn welke dat zijn. Bij de voorbeelden die je noemt zie je inderdaad grote variatie, maar bij verreweg de meeste woorden zijn we het helemaal eens. Terwijl, er zijn geen woorden waarbij een paar mensen wel eens het andere lidwoord gebruiken, of 1 iemand een afwijkende voorkeur heeft; het is niet zo dat bij veel woorden variatie is, alleen maar bij een aantal specifieke. Het is óf heel duidelijk welke het wezen moet, óf er is een soort tweedeling.

      Verwijderen
    2. Bedankt. Ik weet wel het onderscheid tussen de grammaticale geslachten, maar ik zag niet zo direct de link met de afkortingen. Nu wel. Was even een denkfout van mij, die wordt gevoed doordat ik het-woorden ook niet (meer) als onzijdig beschouw.. En wat de afkortingen betreft, dat is denk ik een kwestie van aanleren, net als voor gewone de- en het-woorden.

      In het lijstje van Miet Ooms kom ik echter gewone woorden die zowel met de als het worden aangeduid niet tegen. En voor buitenlanders kunnen zijn vuistregels handig zijn, maar dat betwijfel ik. Het is naar mijn idee een kwestie van domweg leren. En dat wij het goed doen komt dan omdat we als kind bijzonder goed kunnen onthouden en snel kunnen internaliseren.

      (En ik zie nu dat je dus in een reactie ook een witregel kan plaatsen, ook dat wist ik niet! ;-)

      Verwijderen
    3. Over gender en misinterpretaties gesproken, in mijn vorige reactie verwees ik met zijn naar Miet Ooms. Ik dacht dat Miet (nooit eerder gehoord) een jongensnaam is, maar het is een meisjesnaam! Ik ben pas sinds kort voor het eerst aan het reaguren geslagen, dus het is allemaal nog even wennen. Ook de blog van Miet Ooms nu gezien door de TaalPost van vandaag. Sorry Miet! ;-)

      Verwijderen
    4. Herstel. Ik lees nu in de reactie van Milfje op Miet Ooms dat ze gewone woorden die met de en het kunnen aanhaalt op haar Facebook. Was niet helemaal doorgedrongen. Ik volg sinds eind vorig jaar Neder-L en via hun linkjes aan de rechterkant ook een aantal taalblogs, waaronder deze..Ik heb nu aparte bookmarks gemaakt. Ik ben in een verder verleden een taalforum gewend en het volgen van en reageren op blogs is toch weer anders.

      Verwijderen
    5. Geen probleem DirkJan, leuk dat je al doende aan het leren bent :)! Ik vind het zelf nog steeds lastig om alles bij te houden - discussies spelen zich vaak op allerlei plekken tegelijk af en dan mis je altijd wel iets. Marc van Oostendorp schreef er ooit dit stukje over: http://nederl.blogspot.nl/2013/10/de-tekst-is-een-inktvlek.html.

      Wat betreft het aanleren van gender: dat is voor mensen die het Nederlands als tweede taal leren een kwestie van stampen (dat geldt zowel voor gewone woorden als voor afkortingen inderdaad). Voor kinderen is het een ander verhaal, en hoe dat precies gaat, daar zijn de taalwetenschappers het niet over eens. Je hebt het over het vermogen van kinderen om goed te onthouden en te kunnen internaliseren. Die periode waarin kinderen nog heel makkelijk taal lijken te leren noem je de kritische periode. Of 'm dat echt zit in de eigenschappen die je noemt, is niet duidelijk; er is heel veel onderzoek naar en veel verschillende uitkomsten. Zeker is wel dat er behalve cognitieve principes in ieder geval voldoende aanbod moet zijn. In een onderzoek van Blom et al. (2008) wordt getoond dat kinderen in ieder geval vóór hun vierde genoeg Nederlands aanbod gehad moeten hebben - hebben ze dat niet (bijvoorbeeld omdat er thuis Engels of Turks wordt gesproken), dan verwerven ze het nooit meer helemaal perfect. Terwijl de kritische periode verondersteld wordt wel langer te duren dan tot je vierde - raadsel raadsel!

      Verwijderen