Translate Milfy!

woensdag 30 januari 2013

Kiki en bouba: toch een relatie tussen klank en betekenis?!


Ik hou van taal, maar ik hou ook van eten. Die tweede passie volgende kwam ik op de site van de Fat Duck, het beroemde Engelse restaurant van Heston Blumenthal, en wie schertst mijn verbazing: daar kwam ik zowaar een taalspelletje tegen! Het gaat hier om het zogenaamde kiki-bouba-effect, en dat is me een partijtje interessant joh. Dat wijst namelijk op een relatie tussen taal en de wereld.


Verreweg de meeste woorden zijn arbitrair. Dat betekent dat er geen relatie is tussen de klank en de betekenis. De reden dat wij een paard een paard noemen is op geen enkele manier af te leiden uit dat beest. Engelsen gebruiken het woord horse, en dan betekent hetzelfde. Dat is een afspraak.  De klank die uit onze mond komt is volslagen willekeurig. Kinderen vragen soms “Waarom heet een tafel een tafel?” Nou, daar is niet echt een reden voor, behalve dat we dat zo hebben afgesproken, dat is zo gegroeid: het is een conventie.

Er zijn echter traditioneel gezien ook een paar categorieën van woorden waarbij er wel een bepaalde relatie is tussen de klank en de betekenis. Ten eerste is daar de onomatopee: daarover schreef ik ook al eerder in dit stukje. Hoewel onomatopees dus wel een zekere relatie hebben tot de wereld zijn ze ook tot op zekere hoogte geconventionaliseerd: ze zijn aangepast aan de taal. Daarom zegt bij ons een hond woef maar in het Japans wan wan: het zijn verklankingen van het geluid naar de regels van een taal.

Dan is er ook nog klanksymboliek. Zo zijn er woorden die op een abstract niveau een bepaalde concrete eigenschap suggereren. Klinkt ingewikkeld, is doodsimpel: zo worden woorden die met sl beginnen bijvoorbeeld geassocieerd met een glijdende beweging, die in de klank zit: slurpen, slobberen, slokken. Maar die relatie is niet absoluut: het woord slagboom heeft dan weer weinig te maken met die klank. En die sl-klank betekent dan ook weer niet hetzelfde in alle talen.

Nog interessanter (vind ik) is het volgende voorbeeld. In veel talen bevatten woorden voor kleine dingen eerder de klinker ‘i’ dan bijvoorbeeld ‘o’. Blijkbaar wordt de i geassocieerd met kleine dingen, volgens sommigen omdat de klank ‘i’ ook dichter bij het geluid van kleinere dieren komt, en vice versa. Je kunt dat mooi horen als mensen zeggen dat iets piepklein is (sowieso heeft piep een onomatopeske achtergrond): dan gaat hun intonatie omhoog, mensen laten het woord klinken alsof het klein is. Andersom heeft het woord groot een open klinker. Maar ook hier geldt dat als je verder dan het Nederlands gaat kijken, je al snel op afwijkende woorden uitkomt. Het Engels bijvoorbeeld, toch een dichtverwante taal, heeft al small (open klank) en big (dichte klank). En dan zit je nog dicht bij huis.

Ook in de categorie klanksymboliek vinden we het kiki-bouba-effect. Het werd voor het eerst geconstateerd door Wolfgang Kohler. Die deed wat experimenten net als dat kiki-bouba-spel op de site, en kwam erachter dat we blijkbaar bepaalde vormen eerder met een bepaalde klank associeren. Is dat niet grappig? Later (in 2001) werd hier meer onderzoek naar gedaan, en bleek dat mensen ook bepaalde klanken met bijvoorbeeld smaken associeren. Zoet bijvoorbeeld schijnt meer een i-klank op te roepen bij mensen. Synesthesie heet dat, ik kende dat alleen van mensen die kleuren zien bij muziek, maar blijkbaar komt dat veel meer voor. En uit dit artikel blijkt ook nog eens dat 95% van alle mensen een relatie ziet tussen bepaalde vormen en bepaalde klanken. Te gek! Is er dus TOCH een relatie tussen klank en betekenis. Dus doe de test op de site van de Fat Duck, en kijk hoe gemiddeld jouw idee van kiki/bouba is!


7 opmerkingen:

  1. De ('Saussureaanse') gedachte dat de relatie tussen vorm en betekenis 'arbitrair' is, wordt weliswaar in cursussen Inleiding in de taalwetenschap rondom de wereld met grote ernst verkondigd alsof het een diepe waarheid betreft waar de 'leken' geen weet van hebben, maar is eigenlijk natuurlijk een brevet van onvermogen. Het leidt zelden tot goede wetenschap om te zeggen dat iets 'arbitrair' is – je bent dan meteen uitgepraat.

    Niet dat ik nu meteen zou kunnen uitleggen waarom een boom met alle geweld in het Frans 'arbre' moet heten, maar volgens mij is het eerlijker om te zeggen 'ik weet dat niet' dan te zeggen 'dat is arbitrair' en daar dan diepzinnig bij te kijken.

    Zo!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. precies! en dat maakt dit onderzoek natuurlijk ook zo belangrijk en leuk. misschien was vroeger ALLES iconisch, maar zijn we daar door taalverandering vanaf geraakt...

      Verwijderen
    2. Waarmee dan maar weer bewezen zou zijn dat taalverandering eigenlijk taalverloedering is.

      Verwijderen
    3. Áls je tenminste van mening bent dat volledige iconiciteit ideaal is...

      Verwijderen
  2. Wat een gaaf spelletje! Interessant dat de (toch zeer rondvormige) citroen in het spectrum uitkomt aan de kant van de Kiki. Ik ben benieuwd hoe het zou gaan met een sinaasappel. En met een Elstar en een Granny Smith. Qua vorm zitten die allemaal wel aan de Bouba-kant, maar de smaak trekt ze soms misschien wel richting Kiki. Oe spannend, synesthesie met klanken, vormen én smaken!

    Ik ken overigens iemand die het onderzoek met Kiki en Bouba ook met Nederlandse kinderen heeft gedaan. Zij noemde ze Tekka en Modo.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. grappig die Nederlandse woorden: vooral Tekka is een stuk minder hoog, maar nog wel heel erg voorin. Toch vraag ik me af of ze dan een beetje andere resultaten heeft gekregen. Heeft ze het aangepast om de woorden waarschijnlijker te maken in het Nederlands?

      Wat betreft de citroen: inderdaad plaatsen mijn twee proefpersonen het op basis van smaak direct aan de kiki-kant. Vond ik grappig, blijkbaar troeft de smaak de vorm!

      Verwijderen