Translate Milfy!

dinsdag 13 september 2016

Nederlanders slecht in Engels? De anekdote regeert


Ik ben een fervent lezer van het blad 360. Interessante artikelen van over de hele wereld, en leuke thema's. De laatste aflevering heeft als thema 'Welkom in de feitenvrije samenleving'. Artikelen gaan over brexit en de experts, over Poetin, over Trump. Maar we kunnen het best dichter bij huis zoeken. Schrijven over taal gebeurt namelijk ook feitenvrij. Zo stond er gisteren een lekker feitenvrij stuk van Rik Smits in de Vrij Nederland. Ach jongens, geloof toch niet alles wat je leest: in dit stuk staan minstens twee academische doodzonden.


Stelling

In zijn inleiding poneert Smits deze hypothese (die hij overigens brengt als een feit): Nederlanders kunnen helemaal niet moeiteloos Engels spreken. Zoals ieder kind leert op de middelbare school, moet je een bewering staven met argumenten. Hier is het bewijs van Smits:

  • een voorbeeld van de uitspraak van de hoofdredacteur van het AD een keer in de jaren '90
  • "Hier zitten zalen vol mensen die allemaal perfect het Nederlands beheersen tegen elkaar te praten in een taal die geen van hen echt goed spreekt – al denken ze van wel."
  • "er is in Nederland een even misplaatste als diepgewortelde overtuiging ontstaan dat ‘wij’ moeiteloos Engels spreken."
  • "Native sprekers van het Engels staan dan ook geregeld verbouwereerd maar een beetje beleefd te blijven tegen zo’n zelfverzekerd raaskallende Hollander."
Nu moeten er flink wat alarmbellen afgaan bij lezers. Smits herhaalt een aantal keer dat Nederlanders slecht zijn in Engels, maar hij geeft geen enkel bewijs voor die stelling. Dit is een typisch geval van wat we feitenvrij argumenteren noemen. Gewoon lekker iets roepen, dat het natuurlijk goed doet in de media, want iedereen denkt dat Engels eng is. Zie je? Daar deed ik zelf precies zo'n soort uitspraak! 

Anekdotisch bewijs

Het enige bewijs dat Smits levert is een verslag van een PvdA-bijeenkomst ergens in de periode 1998-2005. Kijk: dat is dus wat we anekdotisch bewijs noemen. Anekdotisch bewijs betekent een los geval nemen en dat als bewijs zien voor een breder fenomeen. Als het water in jouw kelder staat, zeggen dat Nederland overstroomt. Als er één jongere een e-mail onbeleefd aanheft, zeggen dat de jeugd geen normen en waarden meer heeft. Om erachter te komen of een anekdote ook indicatief is voor een groter probleem, moet je systematisch onderzoek doen. 

Alleen één zo'n anekdote nemen, dat brengt legio problemen met zich mee. Waren de sprekers op die bijeenkomst bijvoorbeeld representatief voor het Nederlandsche volk? En mag je op basis van één zo'n anekdote van een tiental jaar geleden nu zeggen dat Nederlanders slecht zijn in Engels? Nee, dat mag je niet. Je moet bewijs aandragen. Bewijs mist in dit stuk. Het kan zo zijn, maar dit stuk laat niet zien dat dat zo is, en overtuigt dus niet. 

Zijn Nederlands echt slecht in Engels?

Deze blogtekst gaat in eerste instantie over argumenteren, maar laten we vooral ook even kijken hoe het zit met die beheersing. Education First, een internationale onderwijsorganisatie, doet al jaren onderzoek naar de beheersing van het Engels wereldwijd. Uit hun onderzoek komt Nederland als tweede uit de bus - dat bewijst nog niet dat Nederlanders goed zijn in Engels, maar wel dat ze het goed doen in vergelijking met mensen uit andere landen. Education First stelt dat deelnemers drie taaltesten moesten doen. Dat is fijn, maar dat zegt natuurlijk weinig over de daadwerkelijke kwaliteit. Eigenlijk zouden we naar de daadwerkelijke resultaten moeten kijken, maar die hebben we helaas niet. Hoe goed het Engels van de Nederlander écht is, dat weten we niet.

Kijk overigens wat ik hierboven deed: ik noemde ook mogelijk bewijs dat mijn stelling onderuit zou halen. Zo doe je dat namelijk in de wetenschap: je neemt alle feiten mee, ook de feiten die jouw hypothese tegenspreken. Als je alleen de feiten eruit pikt die jou bevallen, dan noemen we dat cherry-picking. Ook hier maakt Smits zich aan schuldig: hij geeft wel een voorbeeld van een spreker van gebrekkig Engels, maar niet van een spreker van goed Engels. Frans Timmermans, om maar iemand te noemen.

Jammer

Kortom: als er al bewijs is voor de slechte beheersing van Engels (dat is er niet), dan noemt Smits dat niet. Dat hij hier zo de plank misslaat, zorgt ervoor dat ik de rest van het stuk ook minder serieus neem. En dan is jammer, want Smits maakt wel degelijk een aantal goede punten. Die uitspraken van Louise Fresco, dat is bijvoorbeeld inderdaad liederlijke onzin. Het Engels een meer genuanceerde taal, kom nou.

Dit is waar anekdotisch bewijs waarde kan hebben. Het geval-Fresco kan exemplarisch zijn voor een groep mensen met deze mening. Als dat zo is, dan moet dat onderzocht worden. Maar ook dat doet Smits niet, noch roept hij daartoe op. Hij zit lekker in zijn eigen wereldje te roepen dat het allemaal slecht is. En het ergste: heel veel mensen geloven dat het zo is. Dat is het gevaar van het publiceren van dit soort stukken. De verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk bij jou, lezer. Of het nou om taal gaat of iets anders: wees mediawijs en pas op voor anekdotisch bewijs. Trap er niet in!

13 opmerkingen:

  1. Volgens mij bega je hier iets wat ik de wetenschappelijke drogreden zou willen noemen: 'iets is pas waar als er wetenschappelijk bewijs voor is'. Dat klopt om twee redenen niet.
    * Wetenschappelijk bewijs bestaat niet; de wetenschap weet nooit iets zeker. Oké, dat is tamelijk pietluttig, maar jij bent hierboven ook heel streng.
    * De wetenschap heeft geen monopolie op kennis. Wetenschappelijk onderzoek is niet de enige manier om dingen redelijk betrouwbaar uit te zoeken.
    Wat Smits doet, is retoriek, maar dat bedoel ik niet negatief. Hij noemt bekende voorbeelden die iedereen uit eigen ervaring kan aanvullen. Retoriek overtuigt. Inderdaad moet een kritische lezer vervolgens zelf tegenvoorbeelden verzinnen, wat ie waarschijnlijk vooral zal doen als ie het niet zo erg met de centrale stelling eens is. (Zoals jij in dit geval, geloof ik. Ik ben het wel met de centrale stelling eens.)
    Wetenschap overtuigt veel minder. Droge feiten laten ons koud. Zelfs belangrijke inzichten - klimaatverandering, laten we zeggen - kunnen we psychologisch buitensluiten.
    Retoriek kan op wetenschap gebaseerd zijn. Pas dan ben jij tevreden.
    Retoriek kan ook op anekdotes, vooroordelen, religie of gezond verstand gebaseerd zijn. Dan overtuigt ze ongeveer even goed. En ook niet onbelangrijk: dat kan nuttig zijn. Met name het gezond verstand werkt een stuk sneller dan de wetenschap, en het heeft best vaak gelijk. In die zin kan het maatschappelijk heel wat meer aanrichten dan de wetenschap. In andere gevallen is het bloedirritant dat de wetenschap ('het klimaat verandert!') wordt verslagen door het gezond verstand ('het zal zo'n vaart wel niet lopen, er zijn zo veel onheilsprofeten').

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor je uitgebreide reactie Gaston. Wat jij de retoriek van Rik Smits noemt, is om verschillende redenen problematisch. Hij presenteert namelijk ten eerste meningen als feiten (Nederlanders kunnen helemaal niet moeiteloos Engels spreken). Dat heeft verder wat mij betreft niks met de waarheidsvinding van de wetenschap te maken: dat is een retorische truc die ik (en velen met mij) onacceptabel vinden.

      Goed, als dat een mening is, prima. Maar dan nog vind ik dat je een mening moet onderbouwen met feiten. In het geval dat je de mening "Nederlanders kunnen helemaal niet moeiteloos Engels spreken" wil onderbouwen, dan moet je daar systematisch bewijs voor leveren. Dat doet Smits niet: hij levert alleen bewijs voor de slechte uitspraak van één spreker. Dat is het nadeel van zo'n anekdote: het kan je op een fenomeen wijzen, maar je mag er geen algemene uitspraak aan vast hangen.

      Het is dus niet zozeer dat ik vind dat iets pas waar is als er wetenschappelijk bewijs voor is. Ik vind (mening) dat je wanneer je een uitspraak doet over een eigenschap van een grote groep mensen, je daar dan systematisch bewijs voor moet hebben. Dat bewijs hoeft niet uit de wetenschap te komen, maar moet wel een mate van representativiteit hebben.

      Retoriek kan best op anekdotes of vooroordelen gebaseerd zijn. Maar Smits probeert mensen hier te overtuigen van iets waarover hij geen bewijs heeft. Net zoals Wilders dat doet, of Trump, of Poetin. Dat iets retorisch in orde is (wat dit niet is) betekent niet dat het waar is.

      Kortom: ik kan me niet echt vinden in je reactie. Als iemand iets roept waarvoor diegene geen bewijs heeft, dan moet diegene daar op worden aangesproken. Door wetenschappers of door wie dan ook.

      Verwijderen
    2. Kijk, het probleem zit hem hier in. Stel, ik zie een rode auto. Ik zeg: "Die auto is rood". Prima. Stel, ik een rode auto zie. Ik zeg: "Die auto is rood. Ik denk dat veel/alle auto's rood zijn". Prima.

      Maar stel, ik zie een rode auto, en ik zeg: "Die auto is rood. Alle auto's zijn rood." Niet prima. Dat is wat anekdotisch bewijs zoals in het stuk van Smits vaak doet.

      Verwijderen
    3. Generalisatie. Niet goed. Ook niet de generalisatie dat áls je van jezelf en je omgeving dénkt dat 'we' goed Engels spreken (voor anekdotisch bewijs zoek op Milfie en Awkward!) we dus allemaal wel net zo goed Engels zullen spreken.

      Verwijderen
    4. Deze opmerking snap ik niet. Noch hier, noch in het stukje over awkward pretenderen wij goed Engels te spreken. Ook hier zeggen we daar niets over. Wel halen we cijfers aan. Wat is precies je punt? Waar generaliseren we?

      Verwijderen
    5. Fucking cool gerespondeerd Gaston! Bloody zonde van je kostbare time. Classic example van elkaar langs de meetlat holding. Had a blast reading! Love you all!!

      Verwijderen
  2. Interessante discussie. Gaston beschrijft de situatie zoals hij daadwerkelijk is (feiten overtuigen niet meer en soms zelfs minder dan andere retorische technieken) en lijkt te impliceren dat het wenselijk is deze status quo te handhaven. Marten is idealistischer en wil dat feiten een belangrijker rol spelen in het debat.
    Ik ben op zich geneigd het met Marten eens te zijn: door te gaan toeteren wat de meeste mensen toch al denken, ga je vast veel mensen 'overtuigen', maar wat heb je daaraan? Moeten taalwetenschappers / anglisten als Smits zich daarvoor lenen?
    Aan de andere kant lijkt het mij eigenlijk onmogelijk wat de objectieve 'kwaliteit' is van het Engels van 'de Nederlanders', laat staan hoe deze zich verhoudt tot de eigen mening van de sprekers over die kwaliteit. Er zitten daar zoveel variabelen in dat rationele intersubjectieve discussie bijna onmogelijk is. Beter dan hun mening over dit onderwerp goed te onderbouwen zouden taalkundigen er misschien goed aan doen er bij dit onzinnige debat het zwijgen toe doen.
    Maar de verleiding is soms groot.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor je bijdrage Marc! De verleiding was in dit geval inderdaad te groot: wanneer zulk een geluid als dat van Smits wordt voortgebracht, dan is een tegengeluid op zijn plaats (ook al wordt Milfje minder gelezen dan VN denk ik).

      Ik ben het zeker met je eens wat betreft het meten van kwaliteit: dat is erg lastig. Bovendien: tegen wie zet je die kwaliteit af? De gemiddelde native speaker, vindt die maar eens. Er zijn vast non-native speakers die beter spreken dan native speakers etc.

      Maar wat betreft de discussie: ik vind dat iedereen zich in dit debat mag mengen. Maar dan wel zonder feiten als meningen te presenteren. Taalkundige of niet: dat moet je gewoon (vind ik) niet doen.

      Het échte probleem benoem je overigens heel helder: hoe moet je als wetenschapper staan in een wereld waar feiten niet meer overtuigen, en waar experts worden gewantrouwd? Ik vind dat, als beginnend wetenschapper met een neiging tot kennisverspreiding, heel problematisch. Kan het bijvoorbeeld door kennis beter te laten aansluiten bij wat mensen toch al denken, in plaats van vol ertegenin te gaan? Het helemaal niet meer proberen vind ik eigenlijk geen fijne gedachte...

      Verwijderen
    2. "Maar dan wel zonder feiten als meningen te presenteren." Tja, als een wetenschapper niet meer van mening mag zijn dat de feiten kloppen, hoe kun je dan nog de deskundigheid van een 'expert' inschatten?

      Verwijderen
    3. "(feiten overtuigen niet meer...)"
      1. Wat is overtuiging? In elke geval geen natuurwettelijke consequentie of absolute waarheid. Het is de MENING dat een gedachtegang of voorstelling van zaken voor JOU de juiste is.
      2. Wat zijn feiten? Feiten zijn de premissen waarop je willekeurig welke logica dan ook kan en mag toepassen.

      Bijv. Feit: grote instroom gelukzoekers.
      Geeft een hoop werk en vraag naar produkten -> Overtuiging: Goed voor de economie. Welkom!
      Of Feit: grote instroom gelukzoekers.
      Veel mensen die ik moet voeden en huisvesten. ->
      Overtuiging: Oehhh wat eng! Dat kost me geld en ze gaan mijn huis en baan inpikken. Wegwezen!

      Toch geen infinitesimaalrekening?

      Verwijderen
  3. Er is helemaal niets mis met de redenering van Rik Smits. De stelling 'Nederlanders kunnen helemaal niet moeiteloos Engels spreken,' houdt niet in dat alle Nederlanders moeizaam Engels zouden spreken. Het is een weerlegging van de stelling: 'Alle Nederlanders spreken moeiteloos Engels' Oftewel: er is minstens 1 Nederlander die moeizaam Engels spreekt. Dat is inderdaad met 1 praktijkgeval aan te tonen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mijn reactie staat hier: http://reportersonline.nl/kritiek-leveren-begint-bij-goed-lezen-en-bij-de-feiten/

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik zag het. Mijn reactie daarop volgt waarschijnlijk donderdag.

      Verwijderen