Weet u nog dat Milfje blogde over de
taal van Couperus?
Kijk, dachten we hierzo in het hoofdkwartier, dat kan dus met veel
meer schrijvers. Die hebben namelijk vaak, zo niet altijd, echt een eigen stijl. Zo is daar bijvoorbeeld een van onze lievelings: Gerard
Reve. Veel van onze geinterviewden door de jaren heen (bv Marc van Oostendorp en Aleid Truijens) schreven dat zij het taalgebruik
van Reve inspirerend vonden. Ook Bertrand Abraham, die Op Weg naar het Einde vertaalde in het Frans, vindt het geweldig. Wat valt er op aan Reves taal? Waaraan
herkennen we zijn stijl? En waarom is het zoo weergaloos?
We gaan natuurlijk ook taalkundige dingen doen, maar we willen ook gewoon even de loftrompet steken over Gerard. Nooit zal ik vergeten dat ik Brieven aan Matroos Vosch las als jongen. "Dinsdag 27 Februari. [...] Nu post ik en ga naar bed. Ik zal een paar kaarsen voor branden, en afsmeken dat Dasje bijna elke avond bij je voor de deur staat. Alle stoeibeertjes en wentelbeertjes voor Matroos!" dat soort teksten (p. 222). Of de altijd weer kinderlijke blijdschap van mijn vader wanneer hij citeert uit Veertien etsen van Frans Lodewijk Pannekoek voor arbeiders verklaard:
"Terwijl ik de volgende fles opentrok, viel mij opeens weer het bezoek van dat artistieke wijf in gedachten, dat indertijd met een cineast of fotograaf was meegekomen; dat op karton schilderde, ‘heel goed verkocht maar er nooit moeite voor deed’ en dat, naar ik me nu weer woordelijk herinnerde, uit ons keukenraam naar huis en erf van onze buren had geloerd en gevraagd had: ‘Wonen daar ook mensjes?’
‘Ze moesten een brandende poppenwagen je kutwerk binnenrijden,’ had ik toen wel gedacht, maar om God weet welke laffe reden niet gezegd."
En dan moet hij keihard lachen en terecht. En zovoort. Zie hier voor meer over dit schitterende, inmiddels veel te weinig gelezen boek (ik heb eerlijk gezegd geen idee hoeveel mensen het nog lezen, maar het feit dat het niet in DWDD om de week over het boek gaat, geeft aan dat het hoe dan ook te weinig is).
Woorden
Wat ik persoonlijk het heerlijkst vind
aan Reve is de woorden die hij gebruikt, die een bijna tastbare kracht hebben. Als je het
over een piemel hebt, kun je natuurlijk piemel zeggen, maar ‘blonde
jongensdolk’ is zo veel beeldender, je voelt het zweet erop
parelen. Om over 'wentelbeertje, 'jongensstoeidier' en 'zeevaartbeest' maar te zwijgen. Met andere woorden: Gerard is bedreven in de stoute nieuwvorming. Daar kunnen wij nog een puntje aan zuigen... Lees vooral dus opnieuw de brieven, want daarin komen dit soort nieuwvormingen eindeloos voor. Meer? Ok, nog een paar dan. 'vosseholletje', 'zeebeertje'. Of neem nou de aanhef: 'Jonge Meester, Machtige Wasbeer'.
In ieder geval gedeeltelijk denk ik dat dit effect bereikt wordt door de archaïciteit die veel van Reves woorden voor ons, jonge lezertjes, hebben. Hij gebruikt woorden als ‘weder’, ‘automobiel’, 'bits', 'bekoorlijk', 'ledigen', ‘neen’, etcetera. Woorden die associaties oproepen met het interieur van mijn oma. Daarnaast is er ook nog de ouderwetse spelling, van een woord als 'hormooninjeksie', of 'notietsie'. Of het idiosyncratieën zijn of niet, charmant is het zeker.
Kortom, wij vermoeden dat onze waardering komt door een combinatie van oubolligheid en stoutheid. Dat het daarom zo effectief is als het over seks gaat (en dat gaat het natuurlijk vaak): de combinatie van burgerlijke jaren-vijftig sfeer met seks is natuurlijk een verbodene, die daarom des te meer opwinding oproept.
In ieder geval gedeeltelijk denk ik dat dit effect bereikt wordt door de archaïciteit die veel van Reves woorden voor ons, jonge lezertjes, hebben. Hij gebruikt woorden als ‘weder’, ‘automobiel’, 'bits', 'bekoorlijk', 'ledigen', ‘neen’, etcetera. Woorden die associaties oproepen met het interieur van mijn oma. Daarnaast is er ook nog de ouderwetse spelling, van een woord als 'hormooninjeksie', of 'notietsie'. Of het idiosyncratieën zijn of niet, charmant is het zeker.
Kortom, wij vermoeden dat onze waardering komt door een combinatie van oubolligheid en stoutheid. Dat het daarom zo effectief is als het over seks gaat (en dat gaat het natuurlijk vaak): de combinatie van burgerlijke jaren-vijftig sfeer met seks is natuurlijk een verbodene, die daarom des te meer opwinding oproept.
Zinsbouw
Ook archaisch is Reve in zijn syntaxis. NRC wijdde al eens een leuke quiz aan de mooiste zin des Reves, zie hier. Maar wat wij hier willen benoemen is de hoeveelheid bijzinnen die Gerard gebruikt. Bekijk 1 pagina Reve en zie hoeveel bijzinnen er zijn! Zinnen zijn
vaak ellenlang, en er is recursie alom. En niet alleen is de hoeveelheid
bijzinnen groot, ze zijn ook aan elkaar verbonden met
niet-zo-hedendaagse voegwoorden als ‘aldus’, ‘reeds’,
‘daarmede’, ‘nochtans’, enzovoorts. Bovendien koppelt hij
eindeloze reeksen bijzinnen aan elkaar door werkwoordsgebruik, zie
bijvoorbeeld deze zin uit Op weg naar het einde, waarin Gerard
vertelt dat hij en zijn partnerrr Wimie de huishoudster mejuffrouw Y. nauwelijks verdragen:
[Onze
gezondheid] hield, waarschijnlijk door goddelijke kracht en bijstand,
jaren lang haar bezoeken, twee maal per week, in lunchtijd, uit, als
ze langs kwam om ons te vertellen dat ze niet wist hoe een stekker
en een stopkontakt in elkaar zaten, dat haar bril waarschijnlijk
niet krachtig genoeg meer was, maar dat de aanschaffing van betere
lenzen misschien haar ogen juist zwakker zou maken (zo dit mogelijk
ware – noot van de schrijver), hoe ze telkens weer, met nimmer
falende regelmaat, in winkels ondergewicht, rot fruit, een te kort
elektries snoer, een drol inplaats van een komkommer, een vaasje met
een barst, een verstopt zandlopertje, te nauwe schoenen, een boek
met een ontbrekende katern, een lunchkaasje met een fistel er in, of
een tas met een slotje, dat eenmaal gesloten, niet meer open wilde,
geleverd had gekregen, de kroon op al deze ellende tot stand
gebracht in lijn 25, waar uit haar handtasje haar gehele kapitaal,
zegge f324,-, werd gerold, want al had ze meer dan tien jaar op
diverse kantoren gewerkt, dat men geld, behalve in een doosje of tas
stoppen, ook op een giro- of bankrekening kon zetten, dat had ze
nimmer tot zich laten doordringen.
Dus.
Dat is een zin van een complexiteit die je alleen in een boek van Reve tegenkomt (of in de De Bello Gallico, maar die telt niet). Deels komt dat door de lange opsomming, maar het doet ons
ook wel denken aan het Engels. In het Engels, namelijk, combineert men
vele malen makkelijker bijzinnen. En laat het nou zo zijn dat Reve
ook veel in het Engels schreef. Is daar een link? Promotievoorstel,
iemand?
Nouja, we vinden het allemaal moeilijk te zeggen. Je zou door kunnen gaan met kijken naar bv. lexicale complexiteit, misschien zit daar iets in. Maar goed, weet je, wij houden hoe dan ook van Reve. Enorm veel. En jullie? Wat vinden jelui? Wat is jullie lievelings van Reve? Hoeft allemaal niet taalkundig interessant te zijn: we vieren gewoon deze geweldige schrijver, die iedere jonge knaap zou moeten lezen.
Nouja, we vinden het allemaal moeilijk te zeggen. Je zou door kunnen gaan met kijken naar bv. lexicale complexiteit, misschien zit daar iets in. Maar goed, weet je, wij houden hoe dan ook van Reve. Enorm veel. En jullie? Wat vinden jelui? Wat is jullie lievelings van Reve? Hoeft allemaal niet taalkundig interessant te zijn: we vieren gewoon deze geweldige schrijver, die iedere jonge knaap zou moeten lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten