Translate Milfy!

vrijdag 8 januari 2016

Van braaktoilet tot quotilde: de nieuwe woorden van 2015


Jaaroverzichten springen als narcissen in deze warme winter naar boven. Van Snoecks tot de NOS: iedereen geeft een overzicht van zijn of heur vakgebied. Van tijd tot tijd proberen mensen ook overzichten te geven van alle nieuwe woorden van een jaar. Zo schreef Ton den Boon tussen 2000 en 2005 woordjaarboeken, was er in 1999 het Taalboek van de Eeuw, en bracht Ewoud Sanders een aantal keer De taal van het jaar uit. Nu is de beurt aan Tanneke Schoonheim, Rob Tempelaars en Viviën Waszink. Van hun hand verscheen bij AUP De nieuwe woorden van2015.


Laat me, in de beste literaire traditie, beginnen met een bekentenis. We schrijven zelf ook mee aan een taaljaaroverzicht, dat onder de titel Taal in 2015 op 26 januari bij Van Dale verschijnt. Je zou dus kunnen denken dat we het liefst de concurrentie neersabelen. Laat voorop staan dat dat niet ons doel is: we zullen proberen objectief te zijn.

Vooraleerst valt op dat De nieuwe woorden, zoals haar voorgangers, uitsluitend over woorden gaat. Niet vreemd, op basis van de titel. Maar het maakt de claim dat dit boekje een afspiegeling is van het 'taaljaar 2015' (zoals gemeld in de inleiding) wat ambitieus. Taal is meer dan alleen woorden. Wat dit boekje is, is een overzicht van een aantal gebeurtenissen van het afgelopen jaar, en de weerslag die deze gebeurtenissen hebben gehad op de taal. Het is dus een nieuwsoverzicht door een taalbril. Dat is fundamenteel iets anders dan een overzicht van het taaljaar: het overzicht dat hier wordt gegeven is taalextern.

Dit levert dus woorden op, die een afspiegeling zijn van het nieuws. Deze vondsten zijn helder onderverdeeld: in elf categorieën (van politiek tot eten&drinken via sport en terrorisme) worden telkens een aantal woorden besproken. Er zitten schitterende woorden tussen, zoals quotilde (een vrouw die alleen is aangesteld om een quotum te vullen), braaktoilet (een toilet op borsthoogte met beugels), glazenbolsubsidie (door de overheid betaalde paragnostopleidingen), en integritis. Dat laatste woord zette me totaal op het verkeerde been: ik dacht eerst dat het ging over de neiging het altijd over integratie te hebben. Het betekent echter iets heul anders: de neiging iemand anders niet integer te vinden. Nou, dat is nog eens leuk!

Wat heel aardig is om te merken, is dat vrijwel alle woorden samenstellingen zijn. Twee woorden die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, krijgen een interessante nieuwe betekenis wanneer ze worden gecombineerd. In veel gevallen is wel ongeveer duidelijk wat een nieuw woord betekent (drieouderschaphuidkankerapp, gifbibliotheek), in andere gevallen juist niet (kapperszaakconferentie, skeletschoenen, meerkatten).

Nu, het lijkt erop dat het boekje dus waarmaakt wat het belooft. Het bevat de woorden die nieuw zijn (hoewel er ook flink wat oudere woorden instaan). Deze woorden worden op een vrolijke en overzichtelijke manier uitgelegd. Jammer is echter dat het daarbij ook blijft: een lijst met nieuwe woorden. Er is wel wat taalkundige interpretatie, maar veel is het niet. Zo valt op dat er zowel woorden met smart als met slim bij zijn gekomen (smartbed, slimme bikini, slimme handschoen). Waarom is er de ene keer voor het een, de andere keer voor het ander gekozen? Heeft dat een reden, of is dat pure willekeur? En waarom worden uberhaupt soms woorden wel vertaald, en soms niet? Sign Language Glove tegenover wandelvoetbal. Is daar soms ook een reden voor?
Een mooi grafiekje (van hier)

En hoe zit het eigenlijk met woorddelen? Hier wordt af en toe aandacht aan gegeven: zo wordt het woorddeel bro belicht, en daarbij wordt gezegd dat het steeds vaker voorkomt. Maar is dat ook echt zo? Ik zou best wel eens een mooi grafiekje willen zien van het gebruik. Is het zo dat bro als voorvoegsel steeds vaker wordt gebruikt, en neemt het gebruik van de bestaande woorden ook toe? Harde frequenties kom je in het boekje echter niet tegen, terwijl juist die kunnen laten zien hoezeer een woord beklijft.

Want dat lijkt me nou leuk, het aanschouwen van de beklijving. Wat zijn de echt waanwoorden, wat de potentiële blijvertjes? Hier wordt slechts enkele keren op in gegaan. Zo lezen we bij het woord klokjongen dat woorden die aan een geïsoleerd, actueel nieuwsfeit gekoppeld zijn, zelden overleven. Gaat dat op voor de meeste woorden in dit boekje? Waarom zijn de woorden bijvoorbeeld ook niet gekoppeld aan de FUDGE-criteria van Alan Metcalf? Het ware aardig geweest wanneer de schrijvers zich aan (al dan niet gestaafde) voorspellingen hadden gewaagd. Dat had dit boekje ook over een aantal jaar nog interessant gemaakt. Nu zal De nieuwe woorden van 2015 de kant opgaan van de Taal van het jaar-boeken van Ton den Boon. Leuk en goed geschreven, maar met weinig eeuwigheidswaarde. Ach, misschien is dat gewoon het lot van het jaarboek.

8 opmerkingen:

  1. Quotilde ... ik kende 'm niet, maar die is briljant.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Voor een taalblog had ik toch wat minder taalfouten verwacht (eentje maar: "ingegeaan" schrijf je in één woord).
    Het woorddeel "bro", nog nooit van gehoord.
    Hoe je taal kunt "voorspellen", en nadien kijken of je voorspelling is uitgekomen, daarvoor zou ik bij Madame Soleil op bezoek gaan, niet bij een taalwetenschapper.
    Voor de rest vind ik dit stukje een zurige ondertoon hebben. Jaloers dat je niet de eerste op de (boeken-)markt was?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Anoniem,

      ten eerste, over "in gegaan": ik schrijf dat hoe ik dat wil schrijven, want het Groene Boekje is alleen voor ambtenaren en leraren verplicht. En welke taalfouten staan er nog meer in volgens jou?

      Ten tweede, wat wil het zeggen dat jij nog nooit van het woorddeel bro hebt gehoord? Er zijn vast heel veel woorden die jij niet kent, maar ik wel, en vice versa. Wij zijn nou eenmaal, jij en ik, niet representatief voor de Nederlandse samenleving.

      Ten derde: wij zeggen niks over het "voorspellen" van taal. Er is een Amerikaanse taalkundige die criteria heeft ontwikkeld die kunnen worden gebruikt om te zien of individuele woorden (daar gaat het boekje tenslotte over) wel of niet een kans hebben. Hartstikke taalwetenschappelijk, interessant ook! Op basis van je reactie ga ik ervan uit dat je het stukje dat we daar over schreven niet hebt gelezen. Hier is nogmaals de link: http://milfje.blogspot.nl/2013/11/hoeveel-kans-heeft-een-woord-om-te.html

      Wat betreft zurig: tsja, je kunt erin lezen wat je wil. Ons boek heeft een heel andere insteek, en komt bovendien om allerlei andere redenen later uit. Daar komt geen jaloezie bij kijken hoor! Eerder een soort zelfspot: ook wij brengen een jaarboek uit, dat waarschijnlijk over een paar jaar niemand meer leest.

      Ik ben benieuwd naar je reactie, maar lees wel eerst even dat andere stukje, anders kom je zo dom over.

      Groeten, Marten

      Verwijderen
  3. Je vraagt erom, dus hierbij: "... terwijl juist dat een teken kan zijn van het feit een woord beklijft." Ontbreekt hier geen woord? Is "van het feit dat" noodzakelijk (bij mij staat dat in mijn lijstje van gruweluitdrukkingen)?
    "Laat we ...". Ik zou kiezen tussen "Laat ik" of "Laten we", niet?
    Zowel hier als in die andere tekst die je me aanraadde te lezen, toch wat vaak een toekomende tijd gebruikt. Ik heb het niet zo voor "zullen", ik vind dat te Franse constructies. Maar een echte taalfout kun je dat wellicht niet noemen. In die andere tekst was de "voorspelling" voor selfie toch niet zo accuraat, maar voor de andere woorden dan weer wel, dus dat lijkt me inderdaad wel een handig instrument, als je het tenminste niet als een "wetenschappelijk" instrument presenteert, want in de meeste criteria zit er toch een hoge mate van gevoelsmatige beoordeling.
    Overigens, eens je boekje er is, ga ik er zeker in snuisteren. Want dat is wat ik doe met jaarboeken (of ze nu over taal gaan of iets anders), soms zelfs jaren na datum.
    Succes ermee!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank, je hebt gelijk hoor: de twee gevallen die je identificeert zijn zeker wel fouten. Eerder slordigheden, maar dat vergoelijkt het niet. Ik heb het dus aangepast, dank.

      Wat betreft zullen: ik ben er wel eerder op geattendeerd dat ik dat veel gebruik. Geen idee waarom. Franse invloed is het op mij in ieder geval niet, eerder Engels (ik heb veel Engels geschreven). Waarom denk je dat het Frans is?

      Wat betreft de criteria: dit is mijn interpretatie, ook van selfie (waar ik dus ongelijk kreeg). Het is inderdaad meer een gevoelsmatige dan een wetenschappelijke methode, maar lees het stukje vooral als introductie: als het je echt interesseert kan ik je het boek "Predicting New Words: The Secrets of Their Success" van Metcalf zeker aanraden. Zie ook hier: http://www.allanmetcalf.net/books.html

      Grappig wat je zegt over jaarboeken: als ik nu die eerdere jaarboeken lees, dan kunnen die we weinig bekoren. Dat is natuurlijk een persoonlijke opvatting, net als een recensie dat in zijn geheel überhaupt is.

      Verwijderen
    2. Zie ik daar ook niet een spoor van de "haarziekte" in jullie tekst? In de zin "Vooraleerst valt op dat De nieuwe woorden, zoals haar voorgangers, uitsluitend over woorden gaat.", zou ik toch eerder gaan voor "zijn voorgangers".

      Verwijderen
    3. de haarziekte... Wat een afschuwelijke uitdrukking vind ik dat. Je hebt ook de "omdat-ziekte". Meer gebruikt? Ik heb daar nog nooit bewijs voor gezien. Ik die sowieso wat dat betreft enorm waar ik zelf zin in hebt: haar, zijn, heur, noem maar op. Gewoon, beetje creatief met taal omspringen. Wat maakt het uit zeg...

      Verwijderen
    4. Oh, niets tegen creativiteit. Maar daar heeft het zondigen tegen de genusregel absoluut niets mee te maken. Als ik schrijf, dan hou ik rekening met mijn lezer, dus pas ik de genusregels toe.

      Verwijderen