door Marten van der Meulen
De term historisch besef zingt luid rond dezer dagen, rond racisme, Zwarte Piet, de historische canon, standbeelden en straatnamen. Toch speelt dit concept nog veel breder. In z'n simpelste vorm, 'weten hoe het vroeger was', is het van groot belang wanneer we bijvoorbeeld proberen te praten over de vermeende verengelsing en verloedering van het Nederlands. In dat kader is het filmpje, dat Vlaanderens Taalpaus Ruud Hendrickx twee weken geleden deelde in de Facebookgroep VRT Taal, een schitterend voorbeeld. Het is de moeite van het bekijken waard, al is het maar omdat er een nogal belangrijke les in zit voor iedereen die zich zorgen maakt over de plotselinge teloorgang van het hedendaagse Nederlands.
Spelfouten
In het filmpje spreekt een docent, J.A. de Ridder, over de invloed van vreemde talen op het Nederlands, zowel vroeger als ten tijde van het verschijnen van het filmpje in 1961. Vier onderwerpen komen ter sprake, waarvan één vrij terloops. Om daarmee te beginnen: De Ridder zegt een heel aantal spel- en taalfouten te hebben gevonden. Zo wordt er over highspeetbanden gesproken, en zijn bepaalde woorden foutief met verbindingsstreepje geschreven (zoals lipstick-kleur). Hij heeft daarnaast nog meer fouten uit de krant gehaald. Let wel, het gaat om 1961: het idee dat spelfouten in de krant alleen iets van de laatste tijd zouden zijn (zoals ik geregeld lees) lijkt duidelijk te ontkrachten. Voilà: als we daadwerkelijk kennis zouden nemen van het verleden, dan zouden we misschien een andere blik op het heden werpen.
Engelse woorden
De andere drie onderwerpen gaan allemaal over de invloed van vreemde talen op het Nederlands. Ten eerste is daar de hoeveelheid leenwoorden uit Engels en Frans die in het Nederlands aanwezig zijn. De Ridder noemt een groot aantal woorden, die ik heb geprobeerd bij elkaar te zetten:
Advertenties
Vervolgens zijn er de advertenties die volledig in het Engels zijn gesteld. De Ridder noemt een aantal buitenlandse bedrijven dat hun advertenties volledig in het Engels doet, en daarmee het Nederlands enorm minachten. Daar zit overigens wel een wanstalt van een 'het had waar kunnen zijn'-Baudetje in. De Ridder geeft zelf toe een advertentie uit een Amerikaans tijdschrift te hebben geknipt, 'maar als ik het u niet gezegd had, had u het beslist niet gemerkt'. Koekoek.
Ten slotte toont het filmpje een vrolijke montage van etalages en andere taaluitingen in de publieke ruimte, die telkens in het Engels of Frans zijn, of waar Nederlands onderaan komt. Ook hier is wat goedkope trucage toegepast (een aantal foto's wordt herhaald), maar toch komt er duidelijk flink wat Engels voor: selling and service here, grill room, music hall, coffeeshop, spécialités, allerlei talen worden gesproken waaronder Nederlands als laatste op het lijstje.
Engelse woorden
De andere drie onderwerpen gaan allemaal over de invloed van vreemde talen op het Nederlands. Ten eerste is daar de hoeveelheid leenwoorden uit Engels en Frans die in het Nederlands aanwezig zijn. De Ridder noemt een groot aantal woorden, die ik heb geprobeerd bij elkaar te zetten:
jam caddy, trench coat, multi coat, rain coat, duster, for sophisticated people, sherry, not too dry not too sweet, lipstick, plastic, geacheveerd, dernier cri, lingerie, esprit, for gentlemen, sales manager, assistant publicity manager, highspeetbanden [sic], torsie, touring sport, d'elegance, workshop, attaqueren, visualiser, lay out-man, copyrighter, civil engineerEen fraai begin: 'Vader, wilt u mij even de jam caddy aangeven', waarna dat woord met een enorme walging herhaald wordt. Ik wist niet eens wat dit was, maar toen ik het zocht herkende ik het object wel. Toch ben ik dit woord nog nooit tegengekomen. Veel van de andere andere woorden worden nog zeker wel gebruikt, zoals natuurlijk de zo gehate functietitels, plastic en sherry. De Franse woorden lijken me minder courant: geacheveerd komt nog wel een enkele keer voor maar is zeldzaam, dernier cri en esprit zijn in ieder geval in Nederland ook niet frequent.
Advertenties
Vervolgens zijn er de advertenties die volledig in het Engels zijn gesteld. De Ridder noemt een aantal buitenlandse bedrijven dat hun advertenties volledig in het Engels doet, en daarmee het Nederlands enorm minachten. Daar zit overigens wel een wanstalt van een 'het had waar kunnen zijn'-Baudetje in. De Ridder geeft zelf toe een advertentie uit een Amerikaans tijdschrift te hebben geknipt, 'maar als ik het u niet gezegd had, had u het beslist niet gemerkt'. Koekoek.
Ten slotte toont het filmpje een vrolijke montage van etalages en andere taaluitingen in de publieke ruimte, die telkens in het Engels of Frans zijn, of waar Nederlands onderaan komt. Ook hier is wat goedkope trucage toegepast (een aantal foto's wordt herhaald), maar toch komt er duidelijk flink wat Engels voor: selling and service here, grill room, music hall, coffeeshop, spécialités, allerlei talen worden gesproken waaronder Nederlands als laatste op het lijstje.
Niks nieuws
Wat er zo tekenend is aan dit filmpje: het zou gisteren kunnen zijn opgenomen. Goed, het woord drug store (op 12'02) wordt op een merkwaardige manier uitgesproken, en het kapsel van deze gentleman is wat verouderd. Maar inhoudelijk zijn deze vier punten (taalfouten, leenwoorden, advertenties, etalages) bijna precies die dingen waar verloederingvrezers zich nu zo druk om maken. Je ziet dat bijvoorbeeld in dat goedbedoelde maar slecht onderbouwde boek dat vorig jaar zo stellig stelling nam tegen het Engels. Er zou sprake zijn van een opmars, 'tegenwoordig spreekt iedereen Engels', al dat Engels in reclame en straatbeeld. Maar dat dacht men dus meer dan vijftig jaar geleden ook al! Ook 'grappig' is dat precies dezelfde bezwaren tegen dit soort alarmisme vandaag spelen als toen: er is sprake van selection bias, en er is totaal geen reden om aan te nemen dat deze piepkleine selectie representatief is voor het geheel.
Het is natuurlijk mogelijk dat er zowel nu als vroeger sprake is/was van een opmars van het Engels. Maar er wordt toch vaak de indruk gewekt alsof er sprake is van een fenomeen dat juist nu (cliché alert) oprukt. En dat is nou precies de lol van historisch besef: door in te zien dat iets juist niet juist nu gebeurt, kunnen we het heden in perspectief plaatsen, én begrijpen waar de huidige situatie vandaan komt, én kijken hoe hier in andere tijden mee om werd gegaan. Dit vraagt wel om enige interesse in daadwerkelijk begrip, in plaats van alleen maar paniekerig roeptoeteren, en dat laatste is toch wel wat veel mensen willen.
Begrijpelijk
Het vervelende is, dat het tot op zekere hoogte begrijpelijk is, dat mensen denken dat taalfouten en verengelsing nieuw zijn. Historisch besef blijft, zoals we nu bij andere zaken ook zien, bij heel veel mensen achterwege. Taal is daarop geen uitzondering. Denken dat een taalfenomeen nieuw is kan zowaar cognitief verklaard worden door de recency illusion. En hoe vaak zien of lezen we nou dit soort historische verhandelingen over taalfenomenen in andere tijden? Hoe verklaarbaar ook, het maakt het niet minder teleurstellend. Zeker als dit gebrek aan historisch besef bij historici zit: van hen zou je toch meer mogen verwachten. Wat we kunnen doen is dit soort filmpjes delen, en blijven pleiten voor meer bewustzijn in het onderwijs. Misschien dat we dan in de toekomst toch net iets meer historisch taalbesef kunnen verwachten.
Het is natuurlijk mogelijk dat er zowel nu als vroeger sprake is/was van een opmars van het Engels. Maar er wordt toch vaak de indruk gewekt alsof er sprake is van een fenomeen dat juist nu (cliché alert) oprukt. En dat is nou precies de lol van historisch besef: door in te zien dat iets juist niet juist nu gebeurt, kunnen we het heden in perspectief plaatsen, én begrijpen waar de huidige situatie vandaan komt, én kijken hoe hier in andere tijden mee om werd gegaan. Dit vraagt wel om enige interesse in daadwerkelijk begrip, in plaats van alleen maar paniekerig roeptoeteren, en dat laatste is toch wel wat veel mensen willen.
Begrijpelijk
Het vervelende is, dat het tot op zekere hoogte begrijpelijk is, dat mensen denken dat taalfouten en verengelsing nieuw zijn. Historisch besef blijft, zoals we nu bij andere zaken ook zien, bij heel veel mensen achterwege. Taal is daarop geen uitzondering. Denken dat een taalfenomeen nieuw is kan zowaar cognitief verklaard worden door de recency illusion. En hoe vaak zien of lezen we nou dit soort historische verhandelingen over taalfenomenen in andere tijden? Hoe verklaarbaar ook, het maakt het niet minder teleurstellend. Zeker als dit gebrek aan historisch besef bij historici zit: van hen zou je toch meer mogen verwachten. Wat we kunnen doen is dit soort filmpjes delen, en blijven pleiten voor meer bewustzijn in het onderwijs. Misschien dat we dan in de toekomst toch net iets meer historisch taalbesef kunnen verwachten.
Ik vond het filmpje komisch, 't had 'n paradie van Van Kooten geweest kunnen zijn. Nog voor de man 'n woord gesproken heeft weet je dat er 'n doem zweeft en 't kennelijk gezag waarmee hij denkt te spreken ... hoe doe je dat?
BeantwoordenVerwijderenhttps://www.facebook.com/VBGBNWU
BeantwoordenVerwijderenVereniging ter bevordering van het gebruik van het bedreigde NL woord