Veel studenten, in welk vakgebied
dan ook, moeten flink wennen aan al het Engels in de wondere wereld der Academia.
In de BA moeten ze veel Engels lezen, en dan moeten ze er in de MA ook nog in presenteren,
debatteren en schrijven. In mijn ervaring krijgen studenten zelden echt
onderwijs in Engels schrijven – met wat oefening lukt dat wel, maar een vak
Academic English Writing bestaat bij mijn weten alleen voor PhD’s, of als
keuzevak voor wie er veel problemen mee heeft. Het zit in elk geval niet standaard in elke opleiding. Wat je
dan krijgt is dat mensen hun kennis over Nederlands schrijven
naar het Engels extrapoleren. Is dat erg? Nouja, een beetje wel.
Eerder dit jaar volgde ik zo'n cursus in Engels schrijven bij Lotte Tavecchio van B-Eloquent. Zij schreef haar proefschrift over de verschillen in zinnen, o.a. wat betreft
schrijfgebruiken, van beide talen. Dan heb ik het niet over spelling en
grammatica – die zijn evident anders, want Engels en Nederlands zijn tenslotte andere talen. Nee, vandaag gaat het
echt over de regels voor schrijven.
Het eerste verschil betreft interpunctie. In het Nederlands is duidelijk bepaald waar de hoofdletters en de
punten moeten, maar over dubbele punten en puntkomma’s zijn de regels minder
duidelijk. Komma’s zijn al helemaal aan willekeur onderhevig; ze geven een
pauze aan, of scheiden de delen van een opsomming, maar er is veel individueel
verschil. In mijn ervaring kun je het met een komma ook nooit echt fout doen,
tenzij je echt gekke dingen zoals, dit, gaat uithalen. Je doet wat je fijn
vindt. Niet in het Engels! Neenee! We
schreven al eens over de Oxford komma – als je dat fout doet degradeer je aan
Oxford Uni meteen tot de laagste klasse. Ook mag er in het Engels absoluut geen
komma staan tussen het onderwerp en de persoonsvorm. Ik ben als Nederlander
geneigd om te spellen als in (1), maar dat mag dus echt niet, het moet (2) zijn. Niks geen individuele variatie, nee, harde regel. Foei.
(1) The people that use the most varied vocabulary, are the ones that interest me most.
(2) The people that use the most varied vocabulary are the ones that interest me most.
Nog zo’n interpunctioneel
verschil: in het Engels gebruik je zelden of nooit haakjes. Als je
achtergrondinformatie wilt geven, zet je dat tussen komma’s of in een aparte
zin, maar niet tussen haakjes. Ook ons naar mijn mening zeer elegante
wel/niet-gebruik van haakjes, zoals in “(on-)interessant”, kennen de
Engelsschriftigen niet. Jammer hoor.
Een tweede (misschien nog wel
groter) verschil is de lengte van zinnen. Wij in Nederland krijgen op school te
horen dat zinnen kort moeten zijn. Niet zo moeilijk doen met bijzinnen,
toevoegingen, etc. – gewoon korte zinnen maken met een onderwerp, een
persoonsvorm en een lijdend voorwerp. Een
kind kan de was doen, dat idee. Als je dit in het Engels doet, klinkt je
tekst voor Engelsen een beetje kinderachtig, oversimplistisch. Als je een
Engelse tekst schrijft, kun je eindeloos (nou ja... veel) bijzinnen achter
elkaar zetten; dat is geen punt (pun(t)
intended).
Een mogelijke verklaring hiervoor
is de woordvolgorde. Het werkwoord is in een zin heel belangrijk; het bepaalt
vaak de functie van andere zinsdelen. In het Engels staat dat werkwoord op de tweede
plek, aan de voorkant van de zin dus. Daarmee heb je meteen het kader van de zin te pakken,
de overige informatie vul je daarna in. In het Nederlands staat het
hoofdwerkwoord vaak achteraan in de zin. Dan moet je dus eerst allerlei extra
informatie verwerken, die je nog niet in dat werkwoordskader kunt plaatsen.
Hoe pak je dat aan, langere zinnen? Dat kan natuurlijk op verschillende manieren. Een van de manieren is om zinnen aan elkaar vast te plakken, door bijvoorbeeld which te gebruiken (zie (3)). En je kunt lekker veel connectors gebruiken, zoals nevertheless, however, consequently. Zie voor een veel uitgebreider overzicht pp 180-181 (en eigenlijk het hele deel IV) in Principles & Pitfalls van Lachlan Mackenzie, wat sowieso een goed boek is om te lezen voor Nederlanders die Engels schrijven ambiëren.
(3) This stems from the assumption that the methodology was flawed from the beginning, which was also what Giskes and Beekhuizen (2004) concluded.
Wat betreft die korte zinnen is het natuurlijk wel goed om je van je publiek bewust te zijn. We suggereren natuurlijk absoluut niet dat je ook dit soort trucs moet toepassen in je Facebook-berichten: het gaat specifiek om akademisch Engels. Ben je dus nog student: allereerst een pluim dat je Milfje leest, en verder deze tips: leer de Engelse interpunctieregels, en maak lange zinnen. Dan nog inhoudelijk goede dingen zeggen en je masterdiploma is in je broekzak!
Hoe pak je dat aan, langere zinnen? Dat kan natuurlijk op verschillende manieren. Een van de manieren is om zinnen aan elkaar vast te plakken, door bijvoorbeeld which te gebruiken (zie (3)). En je kunt lekker veel connectors gebruiken, zoals nevertheless, however, consequently. Zie voor een veel uitgebreider overzicht pp 180-181 (en eigenlijk het hele deel IV) in Principles & Pitfalls van Lachlan Mackenzie, wat sowieso een goed boek is om te lezen voor Nederlanders die Engels schrijven ambiëren.
(3) This stems from the assumption that the methodology was flawed from the beginning, which was also what Giskes and Beekhuizen (2004) concluded.
Wat betreft die korte zinnen is het natuurlijk wel goed om je van je publiek bewust te zijn. We suggereren natuurlijk absoluut niet dat je ook dit soort trucs moet toepassen in je Facebook-berichten: het gaat specifiek om akademisch Engels. Ben je dus nog student: allereerst een pluim dat je Milfje leest, en verder deze tips: leer de Engelse interpunctieregels, en maak lange zinnen. Dan nog inhoudelijk goede dingen zeggen en je masterdiploma is in je broekzak!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten