Taal:
wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften, polemieken,
ingezonden brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul
meningen. Toch zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden
dan anderen. Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal.
Vandaag Laura van Eerten, musica (gitarist in de Utrechtse band The Mrs), taalkundige (op het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL), waar ze ook coördinator externe communicatie is), social media expert (voor de Nederlandse Taalunie) en verslaafd aan hardlopen.
- Wat betekent taal voor jou?
Tja, veel natuurlijk. Ik
zal wel niet de eerste zijn die dat hier zegt. Voor mijn werk ben ik
er dagelijks mee bezig. En in mijn vrije tijd staan mijn voelsprieten
meestal ook aan. Als ik een woord tegenkom dat ik niet ken
bijvoorbeeld, of als iemand iets op een opvallende manier uitspreekt.
Taal blijft altijd boeien.
Als ik in het buitenland
ben vind ik het leuk om me te verdiepen in de taal. Tijdens een reis
door Rusland riepen mijn zus en ik tegelijkertijd uit: “daar staat
jeans!”, toen we ineens het cyrillische schrift ontcijferden op een
winkelruit. Die interesse in taal zit dus wel een beetje in de
familie. Mijn oom had het bijvoorbeeld altijd over de taal van de
weermannen waar hij zich zo aan stoorde, en een paar andere ooms en
tantes zijn fanatieke scrabbelaars. Als er dan onenigheid is over een
woord, word ik erbij gehaald als jury. Want ik weet natuurlijk alles
over taal, en ben een wandelend woordenboek (… ahum).
- Wat vind je van spellingsregels?
Nuttig, omdat mensen
graag willen weten hoe je iets op de juiste manier schrijft. Er is
altijd een hoop gezeur over, en daar hou ik me het liefst verre van.
Misschien is het een idee dat we voortaan fonetisch gaan spellen.
Heel handig, want dan weet je meteen hoe je een woord uitspreekt, in
welke taal dan ook!
- Erger je je aan het taalgebruik van mensen?
Uiteraard. Ik lever
regelmatig commentaar op hoe mensen praten op tv. Tenenkrommend als
Matthijs van Nieuwkerk ‘kuvver’ zegt als hij het over een cover
heeft. Of de omroepmevrouw van de NS, die vertelt dat de trein
vertrekt van spoojjjj 4. Het filmpje met veiligheidsvoorschriften dat
in Transaviavliegtuigen wordt vertoond vind ik ook onuitstaanbaar:
‘wanneer het tekeN riemeN vast wordt aangedaaN, dient u het
tafeltje voor u in te klappeN, de rugleuning rechtop te zetteN en uw
stoelriem vast te makeN’. Dat klinkt enorm geforceerd door die
overdreven slot-n.
- Waarom denk je dat mensen zich ergeren aan taalgebruik?
Omdat het
afwijkt van de standaard, en het anders is dan wat mensen denken of
vinden dat goed taalgebruik is. En mensen houden nou eenmaal van
zeuren. Taal is wat dat betreft een goed mikpunt omdat iedereen ermee
te maken heeft.
- Waarom blog je? Wat vind je er leuk aan?
Eerlijk
gezegd blog ik (nog) niet zo vaak. Er bestond nog geen blog over
lexicologie, dus daar zag ik een mooie rol weggelegd voor het INL.
Daarom heb ik Woordblog.inl.nl
opgezet. Het is een uitlaatklep voor bijvoorbeeld de lexicografen die
dagen en soms weken aan een woordenboekartikel werken. Het geeft
daarnaast ook een mooi inkijkje in het werk van lexicografen. Mijn
eerste blogpost heet ‘Het eten is klaar!’. Dit riep één van
mijn collega’s toen ze het woordenboekartikel ‘eten’ had
afgerond. Een zogenoemd ‘groot woord’ kwam ik achter, en de
bereiding duurde daarom een week.
Het
blog ligt nu even stil omdat de auteurs intussen hebben gewerkt aan
een ander project van mij: het net verschenen boekje ‘Waar
komt pindakaas
vandaan? en 99 andere vragen over woorden’,
in samenwerking met Onze Taal. Het boekje is vers van de pers en ik
mocht het eerste exemplaar op 16 november overhandigen aan prinses
Laurentien, tijdens het congres van Onze Taal. Spannend! En nu
is het boekje ook online te bestellen. Doen dus! Want hij is niet
duur en erg leuk geworden, al zeg ik het zelf :).
- Wat is je lievelingswoord?
Dat is een lastige,
volgens mij heb ik die niet echt. Ik weet wel wat ik niet zo mooi
vind, mag dat ook? Ik ben niet zo’n fan van de eu. Een geur
bijvoorbeeld is wat mij betreft niet iets dat lekker ruikt,
eerder viezig. Geurtje is dan al beter. Hm, misschien kan ik
hier toch minder zinnigs over zeggen dan ik dacht…
- Heb je een taalwens, en zoja, wat is het?
Het
taalwereldje mag wat mij betreft wel wat meer rock ’n roll. De
associatie is toch nog vaak een grijs publiek en veel gezeur over
taalverloedering. En dat klopt voor een deel ook wel. Ik vind dat De
Wereld Draait Door een goede zet doet met de taalrubriek van Arjen
Lubach en Paulien Cornelisse. Ze laten zien dat foutjes, gekke
uitspraken en dubbelzinnige zinnen juist grappig en inspirerend
kunnen zijn, in plaats van het te veroordelen. Ook een aanrader: het
boek Woord! De taal van nederhop
geschreven door mijn collega Vivien
Waszink. Ze laat daarin op een overtuigende manier zien dat de
teksten van Nederlandstalige rappers knap in elkaar zitten. Niks
straattaal en taalverloedering! En ook nog erg leerzaam over het
muziekgenre trouwens. Hiphop ontbrak nog in mijn muziekcollectie,
maar inmiddels staan Jay Z en de Great Minds al een paar weken op
repeat.
- Wier of wiens taalgebruik vind jij inspirerend?
Mensen die
helder kunnen schrijven, en ingewikkelde dingen eenvoudig weten over
te brengen. Zonder dat het saai wordt. Ik stoor me nog wel eens aan
ellenlange zinnen en wollig taalgebruik. Geef mij maar kort en
krachtig. Laatst heb ik bijvoorbeeld een Dummiesboek verslonden over
Griekse mythologie. Heel onderhoudend en vooral duidelijk geschreven,
met veel humor. Precies de goede dosering.
Wat betreft
het serieuzere werk vind ik Tommy Wieringa een goede schrijver.
Misschien schrijft hij ook best ‘wollig’ soms, maar op zo’n
manier dat het enorm tot de verbeelding spreekt. Zijn zinnen zingen
echt.
- Welke taal zou je nog wel eens willen leren en waarom?
Als ik tegen
een onbekende vertel dat ik taalkundige ben is meestal de eerste
vraag welke talen ik dan allemaal spreek. Ik schaam me altijd een
beetje voor het antwoord: Engels, en een heel klein beetje Frans.
Duits is een drama. Die klanken… daar zijn mijn spraakorganen niet
voor gemaakt. Op zich zou dat een nuttige taal zijn om nog eens te
leren, maar dan zou ik toch eerder voor Spaans kiezen. Die klanken
liggen me beter, en het is een vrij fonetische taal. Italiaans vind
ik eigenlijk veel mooier, maar dat is dan weer minder praktisch. Dus
welke van de twee het wordt, daar ben ik nog niet uit.
Chinees
staat ook nog op het lijstje. Ik ben geïntrigeerd door de tonen en
hoe dat precies werkt. Dat dacht ik ooit wel even uit een boekje te
leren toen ik op reis ging naar China. Een gevalletje wishful
thinking. Op het DRONGO Festival over meertaligheid heb ik laatst nog
een spoedcursus Mandarijn gevolgd. Dat was erg leuk, maar zet
uiteindelijk geen zoden aan de dijk natuurlijk. Dus ik zal toch een
keer aan een uitgebreide cursus moeten geloven. Maar welke taal dan?
Keuzes, keuzes…
- Ken je nog een leuke woordgrap, taalgrap of taalspelletje?
Vroeger
deden we vaak een spelletje dat ‘briefje omvouwen’ heet. Of dat
noemden we zo in ieder geval. Je kunt het met minimaal twee personen
doen en het werkt zo: je neemt allemaal een leeg notitievelletje, en
schrijft bovenaan een naam of persoon op. Een gezamenlijke kennis
bijvoorbeeld, of een BN’er. Vervolgens vouw je het bovenste stukje
om en geef je het briefje door zodat iedereen een andere heeft. Dan
schrijf je op het nieuwe briefje een werkwoord op, omvouwen, en weer
doorgeven. Zo ga je verder met achtereenvolgens een voorzetsel, het
woordje ‘een’, een bijvoeglijk naamwoord en ten slotte een
zelfstandig naamwoord. Het leverde altijd hilarische resultaten op.
Eentje weet ik nog: ‘Opa zingt bij een weggegooide klomp’. Succes
gegarandeerd voor de feestdagen ;).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten