Vandaag wordt in Breda het Woord van
het Jaar van OnzeTaal gekozen. Wat me opvalt aan de genomineerde
woorden, is hoe verschillend ze zijn: ik denk dat sommige woorden
volgend jaar alweer vergeten zijn. Gelukkig is er een schaal om
te beoordelen in hoeverre woorden de kans hebben te overleven: de
FUDGE-schaal. In dit stukje zal ik de 10 woorden bespreken aan de
hand van de FUDGE-criteria, die ik eerst hieronder uitleg. De
conclusie is dat behalve 3d-printer geen van de woorden zal
beklijven: ze zijn te bedoeld-grappig of te veel aan één gebeurtenis
gelinkt.
De FUDGE-criteria
De FUDGE-criteria zijn bedacht door de
Amerikaanse taalkundige Allan Metcalf. Ze zijn gebaseerd op de
APGAR-schaal (Appearance, Pulse, Grimace, Activity, Respiration), die
wordt gebruikt om de levensvatbaarheid van babies te beoordelen. De
FUDGE-criteria beoordelen niet de levensvatbaarheid van mensen, maar
van woorden: 0 is weinig kans Hans, 1 is je komt er wel Nel, 2 is groot succes Wes! FUDGE is een acroniem, waarvan de letters voor de
volgende criteria staan:
- F: frequency of use. 0 is alleen jij en/of je directe omgeving, 1 is meer mensen dan je kan tellen, en 2 is gebruik door de massamedia. Dit kan natuurlijk fluctueren! Neem bijvoorbeeld plaszak (het woord, niet het ding): stond een tijdje op 1, maar is nu weer weggezakt naar 0.
- U: unobtrusiveness, oftewel onopvallendheid. Woorden die heel erg opvallen (door een gekke spelling bijvoorbeeld, of doordat ze heel sterk bij een bepaalde groep mensen horen) hebben volgens Metcalf een lage overlevingskans. Ook woorden die heel erg slim bedacht zijn vallen hieronder. Ik vrees dat dit voor YOLO geldt - te opvallend, de beladen.
- D: diversity of users and situations. Sommige, vooral wetenschappelijke woorden, worden maar in een zeer beperkt domein en door een zeer beperkte kring sprekers gebruikt. Als dat zo is, is de kans op overleving wederom klein. Dit geldt bijvoorbeeld voor wetenschapsjargon (u maakt mij niet wijs dat het woord 'c-command' tot het standaardvocabulaire gaat behoren - toch wordt dit door sommige taalwetenschappers veelvuldig gebruikt).
- G: generation of other forms and meanings. Kunnen er nieuwe woorden met het woord worden gemaakt? Met andere woorden: is het productief? Het achtervoegsel -proof lijkt deze test te doorstaan, net als -gate, maar een term als voetbalvrouwing lijkt niet tot nieuwe woorden te leiden.
- E: endurance of the concept: beklijft het concept? Dit is waar volgens mij de nominaties van OnzeTaal laag scoren: heel veel woorden gaan over een unieke gebeurtenis, en zullen dus met die gebeurtenis in de vergetelheid raken.
Dit soort criteria wordt al veel langer gebruikt voor
woordenboeken. De woorden die de hoogste score halen, komen erin, zou je
zeggen. Maar soms komen woorden met een lage score in het woordenboek, juist omdat ze meer explicatie nodig hebben.
Dan heeft Metcalf het ook nog over
vuurvliegwoorden: woorden die heel even heel helder schitteren en
daarna weer in de vergetelheid terugzakken. Denk aan daggeren, bokitoproof en bangalijst. Net als liedjes, maar die
kun je af en toe nog horen. Hét vuurvliegwoord voor mij is plaszak.
Het ganse land was er even over in rep en oproer, maar inmiddels is
het woord weer helemaal weggezakt, als de herinnering aan een dronken
avond. Maargoed, daar gaat deze verkiezing niet per se om: het gaat om het woord dat hét toonaangevende woord voor 2013 was. Gaat het om het woord of de gebeurtenis, dat is wat ik me vooral afvraag...
De nominaties
Hieronder de bespreking van de woorden. Mijn voorspelling: alleen afluisterschandaal en 3d-printer gaan het overleven, in de zin dat we ze in de toekomst nog blijven gebruiken. De andere woorden zullen misschien niet helemaal verdwijnen, maar zullen in de periferie van de woordenruimte moeten vertoeven - je herkent ze nog, maar gebruikt ze niet meer. Maar wat Woord van het Jaar wordt? Ik denk misschien wel koningslied, maar dat kan zijn omdat de ophef daaromheen vooral taalkundig was...
- pietitie. Dit is precies zo'n slim bedacht woord waarvan Metcalf denkt dat het niet zal beklijven. Nu een dikke 2 voor criterium F, maar dat zal weer wegzakken. En wat betreft D: hoe ga je dit ooit in een andere context gebruiken? Dus: F-2 U-1 D-1 G-0 E-0
- sletvrees: slim bedacht, maar de vraag is wanneer het precies gebruikt gaat worden. Ook dit woord zal waarschijnlijk niet in veel verschillende domeinen worden gebruikt, d.w.z. buiten de populaire wetenschap over genderproblematiek. Nouja hoewel, het idee 'promiscue jongens zijn binkies, promiscue meisjes zijn sletten' bestaat al heel lang, en als dit woord nu tot de grote massa doordringt als term daarvoor… Wie weet. Voor nu: F-1 U-0 D-1 G-0 E-2
- 3D-printer. Dit is een woord voor een geheel nieuw object. Er is dus een kans dat het aan gaat slaan, net als bij printer gebeurde. Misschien dat we een 'normale' printer in de toekomst wel een 2d-printer gaan noemen. En je kunt zelfs een paar andere woorden ermee maken, zoals 3d-printer cartridge. Dit zou een blijvertje kunnen zijn. F-2 U-1 D-1 G-2 E-2
- afluisterschandaal. Dit is een interessant woord, aangezien het al hartstikke lang bestaat. Het werd vooral bekend door de strapatsen van Nixon, maar nu heeft het hernieuwde relevantie gekregen door de NSA. Dit woord scoort hoog op de criteria, vooral omdat het uit twee doodnormale delen samengesteld is. De U-score rijst de pan uit. F-2 U-2 D-2 G-1 E-2
- koningslied. Wederom een woord dat zo aan een specifieke gebeurtenis is gelinkt dat het weinig kans lijkt te hebben om te overleven. Maar wel lekker onopvallend, want van twee doodnormale woorden gemaakt. F-2 U-2 D-0 G-0 E-0
- participatiesamenleving. Tsja, gaat dit woord overleven? Moeilijk te zeggen. Gaat het de verzorgingsstaat echt overnemen? Over de politieke dimensie kan ik niet veel zeggen, maar wat betreft woordvorming is dit een rot in de schoos: 2 ordinaire woorden samengevoegd, meer heb je niet nodig. Wel is het sterk aan de persoon Rutte gekoppeld, dus het zou kunnen dat het op enig moment ook met hem verdwijnt, zoals we nu zelden meer iets over Balk's normen & waarden horen. F-2 U-2 D-0 G-0 E-1
- phablet: De vraag bij alle nieuwe technologie is natuurlijk of het een hit wordt, of dat het de weg van de cassettebandjes gaat. De tablet lijkt het nu goed te doen, maar zelfs daarvan is het nog wat vroeg om te zeggen hoe het gaat gaan (Vlaams hulpwerkwoord)... F-1 U-1 D-0 G-1 E-1
- selfie: Zelfportretten bestaan al HEUL lang, maar die werden nog niet gemaakt met een smartphone, omdat die natuurlijk nog niet bestond. Redelijk laag op de U, omdat het ook een grappige afkorting van zelfportret zou kunnen zijn. Het wordt volgens mij nu nog vooral door jongeren gebruikt, dus misschien helpen die het wel blijvend het woordenboek in... F-1 U-1 D-1 G-0 E-1
- shariawijk: opnieuw zonder een politieke positie in te nemen, denk ik dat dit woord het niet gaat halen. Het is net zo'n woord als kopvoddentaks: even lekker shockerend. Vervolgens wordt het dan hooguit nog gebruikt om aan die rel te herinneren, maar het wordt niet echt deel van de woordenschat. Ik kan me ook niet voorstellen dat dit woord wat voor andere betekenis dan ook kan aannemen. F-1 U-1 D-0 G-0 E-0
- socialbesitas: M'n lievelingswoord uit het lijstje, vooral omdat het herkenbaar is (helaas), en ook een erg grappig beeld oproept. Maar ook dit woord is weer wat slimmig: het is een grappige combinatie van woorden, maar dat maakt ook dat het te opvallend is om echt geadopteerd te worden. Bovendien is het redelijk moeilijk uit te spreken. F-0 U-0 D-0 G-0 E-0
Geen opmerkingen:
Een reactie posten